tot zijn recht komen | esti laŭvalore rimarkita, rimarkigi laŭvalore |
tot | al, ĝis, je, kiel |
abolicionismo | beweging tot afschaffing der slavernij |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
abscesi | tot een abces worden |
admoni al ordo | tot de orde roepen |
aglomeri | agglomeren, doen samenklonteren, tot een geheel verenigen |
akordigi | in overeenstemming brengen, rijmen, tot overeenstemming brengen |
aktivigi | aanzetten, aanzetten tot, activeren |
al | aan, bij, naar, tegen, tot, voor |
alianci | tot een alliantie smeden, verbinden |
alkalkuli | aanrekenen, rekenen tot |
amikigi | tot vrienden maken |
aparteni | behoren, behoren tot, toebehoren |
atingi | behalen, bereiken, inhalen, reiken tot, treffen |
bedaŭre | helaas, jammer genoeg, tot mijn spijt |
bedaŭrinde | helaas, jammer, jammer genoeg, tot mijn spijt |
cementi | cementeren, tot een hechte eenheid maken |
certagrade | tot op zekere hoogte |
certgrade | tot op zekere hoogte |
ĉiapreze | beslist, tot elke prijs |
de la kapo ĝis la piedoj | van top tot teen |
de tempo al tempo | af en toe, bij tijd en wijlen, bij wijlen, nu en dan, van tijd tot tijd |
decidiĝi | tot een besluit komen |
dekadencigi | tot verval brengen |
deputi | afvaardigen, deputeren, tot afgevaardigde kiezen |
direktiĝi al | zich wenden tot |
disfrakasi | tot gruis stampen |
dogmemo | neiging tot autoritaire beweringen |
doktoriĝi | tot doctor promoveren |
efektivigi | bewerkstelligen, doorvoeren, tot stand brengen, verwezenlijken |
efektiviĝi | in vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden |
ekataki | tot de aanval overgaan |
ekvoĉdoni | tot stemming overgaan |
ekzorcaĵo | gebed tot uitbanning |
ekzorcizaĵo | gebed tot uitbanning |
esti laŭvalore rimarkita | tot zijn recht komen |
esti profitiga | tot voordeel strekken |
esti unu el | behoren tot |
federacii | tot een federatie verenigen |
federi | tot een federatie verenigen |
finatingi | leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op |
ĝis | binnen, tot, totdat, voor |
ĝis ... inkluzive | tot en met |
ĝis alia ordono | tot nader order |
ĝis kie | tot hoever |
ĝis nuligo | tot opzeggens |
ĝis nun | tot dusver, tot nog toe |
ĝis poste | tot straks |
ĝis revido | dag, tot weerziens, tot ziens |
ĝishaŭte | tot op de huid |
ĝislimi | reiken tot |
k.t.p. | enz. |
zijn | ekzisto, ento, estado, esti, ĝia, lia, liaj, sia, siaj |
aboni | geabonneerd zijn op |
abundi | in overvloed aanwezig zijn |
agi | ageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan |
agordiĝi | gelijkluidend zijn |
aklami | bij acclamatie benoemen, toejuichen, zijn bijval betuigen |
akordi | het eens zijn, overeenstemmen, samengaan |
alcentrigi siajn pensojn | zijn gedachten verzamelen |
alesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
alproksimiĝi | in aantocht zijn, naderen |
ambicii | eerzuchtig zijn |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
amuziĝadi | aan de boemel zijn, boemelen |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antaŭvidi | bedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien |
apudesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
aroganti | een hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken |
avari | karig zijn met, zuinig zijn met |
baziĝi | gebaseerd zijn, steunen |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
bonvoli | gelieven, welwillend zijn |
bonvoli al iu | iemand goedgezind zijn |
centope | met zijn honderden |
cirkuli | circuleren, in omloop zijn, rondgaan, rouleren |
ĉeesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen |
danĝeri | gevaarlijk zijn |
dekadenci | aan lager wal raken, in verval zijn, zinken |
dekope | met zijn tienen |
demisii | aftreden, demissionair zijn |
dependi | afhangen, afhankelijk zijn, deel uitmaken |
dependi de | afhangen van, afhankelijk zijn van |
deveni | afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen |
deveni de | afkomstig zijn van, stammen uit, stammen van |
devojiĝi de sia rolo | uit zijn rol vallen |
diboĉi | aan de rol zijn, boemelen, brassen, slempen, uitspatten |
diri sian opinion pri | zich uitspreken over, zijn mening geven over |
disstari | gescheiden zijn |
dormemi | slaap hebben, slaperig zijn |
drinkadi | aan de drank zijn, drinken |
drivi | afdrijven, drijven, op drift zijn |
duope | getween, met zijn tween, onder vier ogen |
ebli | mogelijk zijn |
egali | evenaren, gelijk zijn aan |
ekloĝi | intrekken, zijn intrek nemen, zijn tenten opslaan |
eksproprigi | uit zijn eigendom ontzetten |
ekstazi | in extase verkeren, in extase zijn |
ektusi | zijn keel schrapen |
ekvicii | uit zijn bezit ontzetten |
ekvilibri | in evenwicht verkeren, in evenwicht zijn |
ekzisto | bestaan, zijn |
k.t.p. | enz. |
recht | ĝusta, imposto, juro, justo, orta, rajto, rekta |
esti laŭvalore rimarkita | tot zijn recht komen |
ĝusta | goed, juist, recht |
havi rajton je | recht hebben op |
imposto | belasting, recht |
insisti pri sia rajto | op zijn recht staan |
internacia juro | internationaal recht, volkenrecht |
juro | recht |
justo | recht |
orta | haaks, loodrecht, recht, rechthoekig |
plenrajte | met het volste recht |
rajti | het recht hebben, mogen |
rajto | bevoegdheid, recht |
rekta | direct, live, recht, rechtstreeks |
rekte al | recht op ... af |
rimarkigi laŭvalore | tot zijn recht komen |
het recht hebben | rajti |
internationaal recht | internacia juro |
met het volste recht | plenrajte |
op zijn recht staan | insisti pri sia rajto |
recht hebben op | havi rajton je |
recht op ... af | rekte al |
tot zijn recht komen | esti laŭvalore rimarkita, rimarkigi laŭvalore |
Komen | Komino |
komen | veni |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
alkutimiĝi al la laboro | op dreef komen |
alpaŝi | aan komen lopen, aanpakken, beginnen met, toetreden |
alportigi | laten brengen, laten komen |
alviciĝi | nog erbij komen |
aperi | opdagen, opdraven, te voorschijn komen, uitkomen, verschijnen |
aranĝiĝi | in orde komen, terechtkomen |
decidiĝi | tot een besluit komen |
efektiviĝi | in vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden |
ekkonflikti kun | in conflict komen met |
ekpensi | op het denkbeeld komen |
ekprotesti | in verzet komen |
ekregi | aan het bewind komen |
ekribeli | in opstand komen |
ellitiĝi | opstaan, uit bed komen |
eloviĝi | uit het ei komen, uitkomen |
elpaŝi | naar buiten komen, optreden, stelling nemen, uitkomen |
elŝeliĝi | uit het ei komen |
eltrovi | komen achter, uitvinden |
embarasi | in verlegenheid brengen, ongelegen komen, ontrieven |
emerĝi | te voorschijn komen |
enmerkatiĝi | op de markt komen |
esti konsiderata | in aanmerking komen, meetellen |
esti laŭvalore rimarkita | tot zijn recht komen |
esti preskaŭ | bijna ... zijn, grenzen aan, in de buurt komen van |
esti utila | bruikbaar zijn, te stade komen |
interveni | ingrijpen, interveniren, tussenbeide komen |
Komino | Komen |
konkuri entrudiĝe kontraŭ | in het vaarwater komen van |
kontaktiĝi kun | in aanraking komen met |
konveni | betamem, gelegen komen, passen, schikken, uitkomen, voegen |
kvietiĝi | bedaren, bekoelen, luwen, tot rust komen, uitrazen, uitwoeden |
laŭmodiĝi | in zwang komen |
malkaŝiĝi | aan het licht komen |
maloportuni | bezwaren, lastig vallen, ongelegen komen |
penti | berouw hebben, tot inkeer komen |
perdi la vivon | om het leven komen |
proksimiĝi | nabij komen, nader treden, naderbij komen, naderen |
refortiĝi | aansterken, op verhaal komen |
rekonsciiĝi | bij bewustzijn komen, bijkomen |
rekvietiĝi | tot bezinning komen |
renversiĝi | kantelen, kapseizen, omvallen, ten val komen |
repreni spiron | op adem komen, uitblazen |
respiri | herademen, op adem komen, verademen |
retrankviliĝi | op verhaal komen |
ribeli | in opstand komen, muiten, rebelleren |
ricevi sian parton | aan zijn trekken komen |
rimarkigi laŭvalore | tot zijn recht komen |
sendigi | laten brengen, laten komen |
soldatiĝi | dienst nemen, onder de wapenen komen, soldaat worden |
k.t.p. | enz. |