een misboorling worden | abortiĝi |
Een | Een |
Een | Een |
een | unu |
abata | op een abt betrekking hebbend |
abata jurisdikcio | jurisdictie van een abt |
abatlando | ambtsgebied van een abt |
abomeni | een afschuw hebben van, verafschuwen, verfoeien |
aborti | een miskraam krijgen, mislukken, ontijdig bevallen |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
abscesi | tot een abces worden |
absejli | afdalen langs een dubbelbevestigd touw |
abundo da | een overvloed aan, een weelde van |
aĉeti aŭkcie | mijnen, op een veiling kopen |
aglomeri | agglomeren, doen samenklonteren, tot een geheel verenigen |
agordi | in een stemming brengen, stemmen |
agrablaĵo | een prettig karweitje, iets aangenaams |
akademiano | lid van een geleerd genootschap |
akcepti proponon | een voorstel aannemen, toebijten, toehappen |
akcidentema | een grotere kans op ongelukken lopend |
akcidenti | een ongeluk krijgen |
aksumi | om een as draaien |
alianci | tot een alliantie smeden, verbinden |
alianciĝi | een verbond aangaan, zich verbinden |
alifoje | een andere keer, op een andere keer |
alimaniere | anders, op een andere manier |
aneŭrismo | aneurisme, plaatselijke uitzetting van een slagader |
angilglata | zo glad als een aal |
ankoraŭfoje | nog een keer, nogmaals |
antaŭsenti | een voorgevoel hebben van |
antipatii | een antipathie hebben tegen, een hekel hebben aan |
antropoida | op een mens gelijkend |
apelacii | appelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan |
apelacii al | een beroep doen op |
aroganti | een hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken |
artiki | articuleren, door een mechanisme verbinden |
artikigi | articuleren, door een mechanisme verbinden |
asizo | zitting, zitting van een tribunaal |
asocii | associren, in een genootschap samenbrengen, verbinden |
asonanci | laten eindigen met een halfrijm |
atenci | aanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan |
atentigi | attenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op |
atrofiĝi | in een toestand van atrofie verkeren |
aŭtoklavi | met een autoclaaf steriliseren |
aŭtorsigno | aanduiding van de auteur van een tekst |
aventuri | een avontuur beleven |
bakupi | een backup maken, een backup maken van |
bani sin | baden, een bad nemen |
baniĝi | baden, een bad nemen, zich baden |
bastoni | met een stok slaan, slaan |
bendi | met een band omgeven |
bilĝo | onderste ruim van een schip |
blagi | een geintje maken |
bobeni | op een klos winden, opwinden, spoelen, winden |
k.t.p. | enz. |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
een misboorling worden | abortiĝi |
worden | estiĝi, fariĝi, iĝi |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
abscesi | tot een abces worden |
acidiĝi | verzuren, zuur worden |
aliĝi | lid worden, toetreden, zich aansluiten |
aliiĝi | anders worden, veranderen |
aniĝi | lid worden |
apartiĝi | afgezonderd worden |
apostatiĝi | afvallen, afvallig worden |
asimiliĝi | geassimileerd worden, opgaan |
asociiĝi | als associ toedreden, samendoen, vennoot worden |
aŭdiĝi | gehoord worden |
bareliĝi | tonrond worden |
bataltuŝi iun | handtastelijk worden |
beliĝi | mooi worden |
blindiĝi | blind worden |
bruniĝi | bruin worden, bruinen, verbranden |
defali | afvallen, afvallig worden, uitvallen |
dikiĝi | dik worden, zich verdikken |
distriĝi | afgeleid worden, zich ontspannen, zich verstrooien |
ebriiĝi | dronken worden |
edukiĝi | opgeleid worden |
efektiĝi | bewaarheid worden, uitkomen |
efektiviĝi | in vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden |
ekhavi | deelachtig worden, krijgen, verkrijgen |
ellerni | meester worden, onder de knie krijgen |
elreviĝi | teleurgesteld worden |
emociiĝi | het te kwaad krijgen, ontroerd worden |
enamiĝi | verliefd raken, verliefd worden |
enamiĝi al | verliefd worden op |
enamiĝi en | verliefd raken op, verliefd worden op |
enkorpiĝi | mens worden, opgenomen worden in |
erektiĝi | opzwellen, stijf worden, zich oprichten |
esti traktata kiel | behandeld worden als |
estiĝi | ontstaan, opkomen, worden |
fandiĝi | doorbranden, smelten, versmelten, vloeibaar worden |
farendaĵo | iets wat gedaan moet worden |
fariĝi | gebeuren, toegaan, voortgang hebben, worden |
filiiĝi | aangenomen worden, lid worden |
filtriĝi | door filtratie gezuiverd worden |
freneziĝi | dol worden, gek worden |
furioziĝi | kwaad worden |
grandiĝi | groter worden, toenemen |
gravediĝi | in verwachting raken, zwanger raken, zwanger worden |
griziĝi | grijs worden, grijzen, vergrijzen |
horori | door schrik bevangen worden |
iĝi | raken, worden |
iluminiĝi | verlicht worden |
inkandeski | witgloeiend worden |
interkonsentiĝi | het eens worden |
kadukiĝi | aftakelen, gebrekkig worden, in verval raken, vervallen |
k.t.p. | enz. |