afdalen langs een dubbelbevestigd touw | absejli |
afdalen | descendi, malsupreniri |
absejli | afdalen langs een dubbelbevestigd touw |
descendi | afdalen, naar beneden gaan |
malsupreniri | afdalen, naar beneden gaan |
afdalen langs een dubbelbevestigd touw | absejli |
langs | laŭ, laŭlonge de, preter |
absejli | afdalen langs een dubbelbevestigd touw |
borderi | omboorden, omzomen, staan langs |
laŭ | blijkens, ingevolge, langs, naar, volgens |
laŭiri | beschrijven, gaan langs, volgen |
laŭlonge de | langs |
preter | langs, voorbij |
tuŝeti | beroeren, strijken langs |
afdalen langs een dubbelbevestigd touw | absejli |
gaan langs | laŭiri |
staan langs | borderi |
strijken langs | tuŝeti |
Een | Een |
Een | Een |
een | unu |
abata | op een abt betrekking hebbend |
abata jurisdikcio | jurisdictie van een abt |
abatlando | ambtsgebied van een abt |
abomeni | een afschuw hebben van, verafschuwen, verfoeien |
aborti | een miskraam krijgen, mislukken, ontijdig bevallen |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
abscesi | tot een abces worden |
absejli | afdalen langs een dubbelbevestigd touw |
abundo da | een overvloed aan, een weelde van |
aĉeti aŭkcie | mijnen, op een veiling kopen |
aglomeri | agglomeren, doen samenklonteren, tot een geheel verenigen |
agordi | in een stemming brengen, stemmen |
agrablaĵo | een prettig karweitje, iets aangenaams |
akademiano | lid van een geleerd genootschap |
akcepti proponon | een voorstel aannemen, toebijten, toehappen |
akcidentema | een grotere kans op ongelukken lopend |
akcidenti | een ongeluk krijgen |
aksumi | om een as draaien |
alianci | tot een alliantie smeden, verbinden |
alianciĝi | een verbond aangaan, zich verbinden |
alifoje | een andere keer, op een andere keer |
alimaniere | anders, op een andere manier |
aneŭrismo | aneurisme, plaatselijke uitzetting van een slagader |
angilglata | zo glad als een aal |
ankoraŭfoje | nog een keer, nogmaals |
antaŭsenti | een voorgevoel hebben van |
antipatii | een antipathie hebben tegen, een hekel hebben aan |
antropoida | op een mens gelijkend |
apelacii | appelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan |
apelacii al | een beroep doen op |
aroganti | een hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken |
artiki | articuleren, door een mechanisme verbinden |
artikigi | articuleren, door een mechanisme verbinden |
asizo | zitting, zitting van een tribunaal |
asocii | associren, in een genootschap samenbrengen, verbinden |
asonanci | laten eindigen met een halfrijm |
atenci | aanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan |
atentigi | attenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op |
atrofiĝi | in een toestand van atrofie verkeren |
aŭtoklavi | met een autoclaaf steriliseren |
aŭtorsigno | aanduiding van de auteur van een tekst |
aventuri | een avontuur beleven |
bakupi | een backup maken, een backup maken van |
bani sin | baden, een bad nemen |
baniĝi | baden, een bad nemen, zich baden |
bastoni | met een stok slaan, slaan |
bendi | met een band omgeven |
bilĝo | onderste ruim van een schip |
blagi | een geintje maken |
bobeni | op een klos winden, opwinden, spoelen, winden |
k.t.p. | enz. |
absejli | afdalen langs een dubbelbevestigd touw |
afdalen langs een dubbelbevestigd touw | absejli |
touw | ŝnuro |
absejli | afdalen langs een dubbelbevestigd touw |
halso | hals, touw om zeil te spannen of neer te trekken |
koŝo | ijzeren ring om touw |
ŝnuri | met touw vastbinden, snoeren |
ŝnuro | koord, koorde, lijn, lijntje, snoer, touw |
afdalen langs een dubbelbevestigd touw | absejli |
ijzeren ring om touw | koŝo |
met touw vastbinden | ŝnuri |
touw om zeil te spannen of neer te trekken | halso |