ontroerd worden | emociiĝi |
ontroerd | kortuŝita |
emociiĝi | het te kwaad krijgen, ontroerd worden |
kortuŝita | aandoenlijk, aangedaan, geroerd, ontroerd |
ontroerd worden | emociiĝi |
worden | estiĝi, fariĝi, iĝi |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
abscesi | tot een abces worden |
acidiĝi | verzuren, zuur worden |
aliĝi | lid worden, toetreden, zich aansluiten |
aliiĝi | anders worden, veranderen |
aniĝi | lid worden |
apartiĝi | afgezonderd worden |
apostatiĝi | afvallen, afvallig worden |
asimiliĝi | geassimileerd worden, opgaan |
asociiĝi | als associ toedreden, samendoen, vennoot worden |
aŭdiĝi | gehoord worden |
bareliĝi | tonrond worden |
bataltuŝi iun | handtastelijk worden |
beliĝi | mooi worden |
blindiĝi | blind worden |
bruniĝi | bruin worden, bruinen, verbranden |
defali | afvallen, afvallig worden, uitvallen |
dikiĝi | dik worden, zich verdikken |
distriĝi | afgeleid worden, zich ontspannen, zich verstrooien |
ebriiĝi | dronken worden |
edukiĝi | opgeleid worden |
efektiĝi | bewaarheid worden, uitkomen |
efektiviĝi | in vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden |
ekhavi | deelachtig worden, krijgen, verkrijgen |
ellerni | meester worden, onder de knie krijgen |
elreviĝi | teleurgesteld worden |
emociiĝi | het te kwaad krijgen, ontroerd worden |
enamiĝi | verliefd raken, verliefd worden |
enamiĝi al | verliefd worden op |
enamiĝi en | verliefd raken op, verliefd worden op |
enkorpiĝi | mens worden, opgenomen worden in |
erektiĝi | opzwellen, stijf worden, zich oprichten |
esti traktata kiel | behandeld worden als |
estiĝi | ontstaan, opkomen, worden |
fandiĝi | doorbranden, smelten, versmelten, vloeibaar worden |
farendaĵo | iets wat gedaan moet worden |
fariĝi | gebeuren, toegaan, voortgang hebben, worden |
filiiĝi | aangenomen worden, lid worden |
filtriĝi | door filtratie gezuiverd worden |
freneziĝi | dol worden, gek worden |
furioziĝi | kwaad worden |
grandiĝi | groter worden, toenemen |
gravediĝi | in verwachting raken, zwanger raken, zwanger worden |
griziĝi | grijs worden, grijzen, vergrijzen |
horori | door schrik bevangen worden |
iĝi | raken, worden |
iluminiĝi | verlicht worden |
inkandeski | witgloeiend worden |
interkonsentiĝi | het eens worden |
kadukiĝi | aftakelen, gebrekkig worden, in verval raken, vervallen |
k.t.p. | enz. |