NL/EO vortaro

Vorto:
Serĉis por "uit zijn bezit ontzetten". La serĉado daŭris 0,020 sekundojn kaj produktis 127 rezultojn:
uit zijn bezit ontzettenekvicii
uitel, pro
altklasuloiemand uit de hogere stand
antikvuloiemand uit de oudheid
datiĝe destammen uit
dekrepitohet uit elkaar springen van kristallen
denaskevan huis uit
deoriginevan huis uit
dereliĝiontsporen, uit de rails lopen, uit het spoor raken
detrakiĝiontsporen, ontsporen, uit de rails lopen
devena deafkomstig uit
deveni deafkomstig zijn van, stammen uit, stammen van
devojiĝi de sia rolouit zijn rol vallen
diferencigionderscheid maken, uit elkaar houden
disgrajnigide korrels uit iets halen
displektiuit elkaar halen
dissaltiuit elkaar springen, uiteenspatten, uiteenspringen
eksigi elstoten uit
eksmodagedateerd, ouderwets, uit de mode, uit de tijd, verouderd
eksmodiĝiuit de mode raken, verouderen
eksproprigiuit zijn eigendom ontzetten
eksterlitaop, uit bed
ekstravaganciuit de band springen
ekviciiuit zijn bezit ontzetten
elop de, uit, van
elĉerpiputten uit, uitmergelen, uitputten, uitscheppen
eligi el la kuntekstouit het verband rukken
elingigitrekken, uit de schede trekken
elkursigiuit de circulatie nemen, uit de koers slaan
ellitiĝiopstaan, uit bed komen
ellitiĝintaop, uit bed
elmodiĝiuit de mode raken
elmuldigiuit de gietvorm halen
eloviĝiuit het ei komen, uitkomen
elseligiafwerpen, uit het zadel lichten, uit het zadel werpen
elŝeliĝiuit het ei komen
eltrakiĝiontsporen, uit de rails lopen
elvindiĝizich uit de windselen losmaken
en la nomo dein naam van, uit naam van, vanwege
esti eksmodauit de mode zijn
evitimijden, ontwijken, uit de weg gaan, vermijden
fantaziifantaseren, uit de duim zuigen
fari lokon aluit de weg gaan voor
fojon post fojokeer op keer, uit en te na
foresti elverzuimen, wegblijven uit
forkuridrossen, weglopen, wegrennen, zich uit de voeten maken
forpreni el la servouit de vaart nemen
furiozegiĝiamok maken, uit zijn vel springen
ĝistedetot vervelends toe, uit den treure
konsistibestaan uit
konsisti elbestaan uit
krevigikraken, uit elkaar doen springen
k.t.p.enz.
zijnekzisto, ento, estado, esti, ĝia, lia, liaj, sia, siaj
abonigeabonneerd zijn op
abundiin overvloed aanwezig zijn
agiageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan
agordiĝigelijkluidend zijn
aklamibij acclamatie benoemen, toejuichen, zijn bijval betuigen
akordihet eens zijn, overeenstemmen, samengaan
alcentrigi siajn pensojnzijn gedachten verzamelen
alestiaanwezig zijn, aanwezig zijn bij
alproksimiĝiin aantocht zijn, naderen
ambiciieerzuchtig zijn
amegidol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van
amuziĝadiaan de boemel zijn, boemelen
anglein het Engels, op zijn Engels
antaŭvidibedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien
apudestiaanwezig zijn, aanwezig zijn bij
arabein het Arabisch, op zijn Arabisch
arogantieen hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken
avarikarig zijn met, zuinig zijn met
baziĝigebaseerd zijn, steunen
boliborrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden
bonvoligelieven, welwillend zijn
bonvoli al iuiemand goedgezind zijn
centopemet zijn honderden
cirkulicirculeren, in omloop zijn, rondgaan, rouleren
ĉeestiaanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen
danĝerigevaarlijk zijn
dekadenciaan lager wal raken, in verval zijn, zinken
dekopemet zijn tienen
demisiiaftreden, demissionair zijn
dependiafhangen, afhankelijk zijn, deel uitmaken
dependi deafhangen van, afhankelijk zijn van
deveniafstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen
deveni deafkomstig zijn van, stammen uit, stammen van
devojiĝi de sia rolouit zijn rol vallen
diboĉiaan de rol zijn, boemelen, brassen, slempen, uitspatten
diri sian opinion prizich uitspreken over, zijn mening geven over
disstarigescheiden zijn
dormemislaap hebben, slaperig zijn
drinkadiaan de drank zijn, drinken
driviafdrijven, drijven, op drift zijn
duopegetween, met zijn tween, onder vier ogen
eblimogelijk zijn
egalievenaren, gelijk zijn aan
ekloĝiintrekken, zijn intrek nemen, zijn tenten opslaan
eksproprigiuit zijn eigendom ontzetten
ekstaziin extase verkeren, in extase zijn
ektusizijn keel schrapen
ekviciiuit zijn bezit ontzetten
ekvilibriin evenwicht verkeren, in evenwicht zijn
ekzistobestaan, zijn
k.t.p.enz.
bezitaktivo, havaĵo, havo, posedaĵo, posedo, propraĵo, propreco
aktivoactief, bedrijvende vorm, bezit, tegoed
ekposedibezit nemen van
ekviciiuit zijn bezit ontzetten
havaĵobezit, boedel, have, vermogen
havobezit
posedaĵobezit, bezitting, eigendom, goed, vermogen
posedobezit
propraĵobezit, bezitting, eigendom
proprecobezit, eigenschap
senhaviĝizijn bezit verliezen
bezit nemen vanekposedi
uit zijn bezit ontzettenekvicii
zijn bezit verliezensenhaviĝi
ontzetteneksigi, konsterni, malsieĝi
eksigiontslaan, ontzetten, royeren
eksproprigiuit zijn eigendom ontzetten
ekviciiuit zijn bezit ontzetten
konsternionthutsen, ontstellen, ontzetten, verbijsteren, verbluffen
malsieĝiontzetten
senigi deontzetten uit, zuiveren van
ontzetten uitsenigi de
uit zijn bezit ontzettenekvicii
uit zijn eigendom ontzetteneksproprigi

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
> normala minimuma
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.