voor het hoofd stoten | bruski |
voor | al, antaux, antaux ol, dum, gxis, kiel, por, sulko |
akiri meritojn pri | zich verdienstelijk maken voor |
al | aan, bij, naar, tegen, tot, voor |
aligxi al | zich aanmelden voor, zich voegen bij |
amori | seksuele hartstocht voelen, seksuele hartstocht voelen voor |
anglomanio | voorliefde voor alles wat Engels is |
ankri | verankeren, voor anker gaan |
antaux | voor |
antaux ol | aleer, alvorens, alvorens te, eer, voor, vooraleer |
antauxgardi | behoeden, bewaren voor |
antauxtagmeze | in de morgen, voor de middag |
aperi antaux la jugxisto | terechtstaan, voor de rechter verschijnen |
artritismo | aanleg voor gewrichtsontsteking |
asigni | betekenen, dagen, dagvaarden, toewijzen, voor het gerecht dagen |
bogxio | draaischijf, draaischijf voor locomotieven |
bruski | voor het hoofd stoten |
cetere | overigens, trouwens, verder, voor de rest |
cxarpio | pluksel, pluksel voor wond |
defendi | opkomen voor, verdedigen, verweren |
destini por | bestemmen voor, toedenken |
diatezo | aanleg voor een ziekte |
digestiga | bevorderlijk voor de spijsvertering |
dum | gedurende, onder, staande, terwijl, tijdens, voor |
dumviva | levenslang, voor het leven |
duone | gedeeltelijk, half, voor de helft |
ekflamigxi por | zich warm maken voor |
eksiegxi | het beleg slaan voor |
enskribigi sin por | zich aanmelden voor |
esotera | alleen voor ingewijden, esoterisch |
esti ...-onta | klaar zijn voor, op sprong staan |
esti cxe ankro | voor anker liggen |
esti malbonauxgura por | er slecht uitzien voor |
esti pendigoto | voor galg en rad opgroeien |
esti preta por | klaar zijn voor, op sprong staan |
esti singarda kontraux | op zijn hoede zijn voor |
estimi | achten, achting hebben voor, achting toedragen, hoogachten |
eterne | voor eeuwig |
fari lokon al | uit de weg gaan voor |
flegi | verplegen, verzorgen, zorgen voor |
garantii | borg staan voor, garanderen, sponsoren, waarborgen |
gardi sin de | zich wachten voor |
gardi sin kontraux | op zijn hoede zijn voor |
gxis | binnen, tot, totdat, voor |
gxuste tauxga por | geknipt voor |
havi inklinon por | een zwak hebben voor, houden van |
improvize | voor de vuist weg |
indulgi | ontzien, sparen, toegeeflijk zijn voor, zich laten vermurwen |
intersxangxe de | in ruil voor |
ira | alleen voor de heenreis, enkel |
kasxi de | verbergen voor |
kasxi sin de | zich verbergen voor |
k.t.p. | enz. |
het | al la, gxi, gxin, l', la |
akordi | het eens zijn, overeenstemmen, samengaan |
akordi bone kun | het goed kunnen vinden met |
aktuale | momenteel, op het ogenblik, tegenwoordig, thans |
al la | aan de, aan het, de, het, naar de, naar het |
al la | aan de, aan het, de, het, naar de, naar het |
alfronti | het hoofd bieden |
alilande | in het buitenland |
amen | amen, het zij zo |
amindumi | het hof maken, scharrelen, vrijen |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antaux cxio | in het bijzonder, inzonderheid, vooral |
antauxvidigi | in het vooruitzicht stellen |
apercepto | opneming in het bewustzijn, waarneming |
apogei | zich op het toppunt bevindend |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
arangxi la liton | het bed opmaken |
asigni | betekenen, dagen, dagvaarden, toewijzen, voor het gerecht dagen |
aspekte | naar het uiterlijk |
aspekti | er uitzien, het uiterlijk hebben van |
atingi multon | het ver brengen |
atrio | atrium, boezem, boezem van het hart |
batali gxisdecide | het uitvechten |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
bonfarti | het goed maken, zich goed voelen |
bonvoli al | een goed hart toedragen, het goed voorhebben met |
bruski | voor het hoofd stoten |
cedi | afstaan, het veld ruimen, toegeven, wijken, zwichten |
cerbumi | piekeren, zich het hoofd breken |
cxasi sur la grundo de | in het vaarwater zitten van |
cxefi | aan het hoofd staan, aan het hoofd staan van, leiden |
cxesigi la siegxon | het beleg opbreken |
cxie en la | overal in de, overal in het |
cxikani | bedillen, haarkloven, het lastig maken, muggeziften, vitten |
cxikaze | in het onderhavige geval |
cxirkauxe | daaromheen, eromheen, in het rond, ongeveer, rondom |
cxiuhore | om het uur |
cxu ne | is het niet, nietwaar, of niet |
cxu ne? | is het niet?, nietwaar?, toch? |
de nun | in het vervolg, van nu af aan |
dekrepito | het uit elkaar springen van kristallen |
dereligxi | ontsporen, uit de rails lopen, uit het spoor raken |
detala | ampel, gedetailleerd, in het klein, omstandig, uitvoerig |
detali | in details behandelen, in het klein verkopen |
deveni | afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen |
diastolo | uitzetting van het hart |
diskutinda | het bespreken waard |
domagxi | bejammeren, betreuren, het jammer vinden van, ontzien, sparen |
dubigi | aan het twijfelen brengen, twijfelachtig maken |
dumviva | levenslang, voor het leven |
edzigxi | in het huwelijk treden, trouwen |
k.t.p. | enz. |
hoofd | cxefo, kapo, rubriko, surskribo |
alfronti | het hoofd bieden |
bruski | voor het hoofd stoten |
cerbumi | piekeren, zich het hoofd breken |
cxef- | aarts-, hoofd-, opper- |
cxefa | hoofd-, voornaamste |
cxefi | aan het hoofd staan, aan het hoofd staan van, leiden |
cxefo | aanvoerder, baas, chef, hoofd, opperhoofd |
fronti | het hoofd bieden |
kapa | hoofd- |
kapnei | het hoofd schudden, nee schudden |
kapo | hoofd, kop, krop |
lernejestro | hoofd der school, hoofdonderwijzer, schoolhoofd |
malcedi | het hoofd bieden, pal staan |
parkere | uit het hoofd, van buiten |
parkeri | uit het hoofd leren, van buiten leren |
precipa | hoofd-, voornaamste |
pretervidi | over het hoofd zien |
rubriko | hoofd, rubriek |
senkapigi | het hoofd afslaan, onthoofden |
surskribo | hoofd, opschrift |
aan het hoofd staan | cxefi |
aan het hoofd staan van | cxefi |
het hoofd afslaan | senkapigi |
het hoofd bieden | alfronti, fronti, malcedi |
het hoofd schudden | kapnei |
hoofd der school | lernejestro |
hoofd- | cxef-, cxefa, kapa, precipa |
over het hoofd zien | pretervidi |
uit het hoofd | parkere |
uit het hoofd leren | parkeri |
voor het hoofd stoten | bruski |
zich het hoofd breken | cerbumi |
stoten | kornbati, pusxi, skuigxi |
bruski | voor het hoofd stoten |
detronigi | afzetten, onttronen, van de troon stoten |
eksigi el | stoten uit |
frapigxi | zich stoten |
interfrapigxi | tegen elkaar stoten |
kolizii kun | stoten op, zich stoten aan |
kornbati | met de horens stoten, stoten |
kunfrapigxi | tegen elkaar stoten |
pusxi | douwen, dringen, duwen, stoten |
pusxigxi | aanbotsen, geduwd worden, zich stoten |
pusxigxi al | zijn stoten aan |
senti sin sxokata de | gechoqueerd worden door, zich stoten aan |
skuigxi | hobbelen, horten, schudden, stoten |
tusxegi | stoten tegen |
met de horens stoten | kornbati |
stoten op | kolizii kun |
stoten tegen | tusxegi |
stoten uit | eksigi el |
tegen elkaar stoten | interfrapigxi, kunfrapigxi |
van de troon stoten | detronigi |
voor het hoofd stoten | bruski |
zich stoten | frapigxi, pusxigxi |
zich stoten aan | kolizii kun, senti sin sxokata de |
zijn stoten aan | pusxigxi al |