ten voeten uit | piedostara |
absolute | absoluut, beslist, ten enenmale, volstrekt |
aperi sur la scenejo | ten tonele verschijnen |
atingi la supron | ten top stijgen |
aŭdigi | laten horen, ten beste geven, ten gehore brengen |
celi | bedoelen, beogen, mikken, mikken op, rooien, ten doel hebben |
ĉe | aan, bij, ten huize van |
ĉe ŝi | bij haar, ten harent |
donace | ten geschenke |
due | ten tweede |
ekzekvi | ten uitvoer leggen |
elvoki | naar buiten roepen, ten gevolge hebben, uitlokken |
esti je la dispono | ten dienste staan |
fariĝi lotaĵo de | ten deel vallen, toevallen |
favore al | ten behoeve van, ten gunste van |
fine | eindelijk, per saldo, ten slotte |
je la nombro de | ten getale van |
je perdo de | ten koste van |
kiel eble plej baldaŭ | ten spoedigste |
kiel signo de | ten teken van |
koste de | ten koste van |
kuntreni | meeslepen, meesleuren, meezeulen, ten gevolge hebben |
laste | ten laatste |
malavantaĝe de | ten nadele van |
malgraŭ | in weerwil van, niettegenstaande, ondanks, ten spijte van, trots |
malprave | ten onrechte |
malprofite al | ten koste van |
malprofite de | ten nadele van |
minimume | minimaal, minstens, ten minste |
norde de | benoorden, ten noorden van |
okcidente de | bewesten, ten westen van |
oriente de | beoosten, ten oosten van |
parte | deels, ten dele |
pereigi | runeren, te gronde richten, ten val brengen, verderven |
piedostara | ten voeten uit |
pleje | hoogstens, maximaal, meestal, ten hoogste |
plene | geheel, heel, ten volle, volkomen, volledig, voluit |
por | om, om te, per, tegen, ten einde te, voor |
profite al | ten bate van |
renversi | kantelen, omgooien, omkeren, omvergooien, ten val brengen |
renversiĝi | kantelen, kapseizen, omvallen, ten val komen |
rezultigi | ten gevolge hebben, tot gevolg hebben, uitwerken |
rilate | aangaande, met betrekking tot, ten opzichte van |
rilate al | betreffende, in verband met, op het stuk van, ten opzichte van |
sekve de | ingevolge, ten gevolge van |
sekvigi | laten volgen, ten gevolge hebben |
spite | in weerwil van, niettegenstaande, ondanks, ten spijte van, trots |
sude de | bezuiden, ten zuiden van |
surscenejigi | ten tonele voeren |
Ten Arlo | Ten Arlo |
Ten Boer | Ten Boer |
k.t.p. | enz. |
forkuri | drossen, weglopen, wegrennen, zich uit de voeten maken |
kvarpiede | op handen en voeten |
malaresti | in vrijheid stellen, op vrije voeten stellen |
piedostara | ten voeten uit |
treti sur | met voeten treden, trappen op |
met voeten treden | treti sur |
op handen en voeten | kvarpiede |
op vrije voeten stellen | malaresti |
ten voeten uit | piedostara |
zich uit de voeten maken | forkuri |
uit | el, pro |
altklasulo | iemand uit de hogere stand |
antikvulo | iemand uit de oudheid |
datiĝe de | stammen uit |
dekrepito | het uit elkaar springen van kristallen |
denaske | van huis uit |
deorigine | van huis uit |
dereliĝi | ontsporen, uit de rails lopen, uit het spoor raken |
detrakiĝi | ontsporen, ontsporen, uit de rails lopen |
devena de | afkomstig uit |
deveni de | afkomstig zijn van, stammen uit, stammen van |
devojiĝi de sia rolo | uit zijn rol vallen |
diferencigi | onderscheid maken, uit elkaar houden |
disgrajnigi | de korrels uit iets halen |
displekti | uit elkaar halen |
dissalti | uit elkaar springen, uiteenspatten, uiteenspringen |
eksigi el | stoten uit |
eksmoda | gedateerd, ouderwets, uit de mode, uit de tijd, verouderd |
eksmodiĝi | uit de mode raken, verouderen |
eksproprigi | uit zijn eigendom ontzetten |
eksterlita | op, uit bed |
ekstravaganci | uit de band springen |
ekvicii | uit zijn bezit ontzetten |
el | op de, uit, van |
elĉerpi | putten uit, uitmergelen, uitputten, uitscheppen |
eligi el la kunteksto | uit het verband rukken |
elingigi | trekken, uit de schede trekken |
elkursigi | uit de circulatie nemen, uit de koers slaan |
ellitiĝi | opstaan, uit bed komen |
ellitiĝinta | op, uit bed |
elmodiĝi | uit de mode raken |
elmuldigi | uit de gietvorm halen |
eloviĝi | uit het ei komen, uitkomen |
elseligi | afwerpen, uit het zadel lichten, uit het zadel werpen |
elŝeliĝi | uit het ei komen |
eltrakiĝi | ontsporen, uit de rails lopen |
elvindiĝi | zich uit de windselen losmaken |
en la nomo de | in naam van, uit naam van, vanwege |
esti eksmoda | uit de mode zijn |
eviti | mijden, ontwijken, uit de weg gaan, vermijden |
fantazii | fantaseren, uit de duim zuigen |
fari lokon al | uit de weg gaan voor |
fojon post fojo | keer op keer, uit en te na |
foresti el | verzuimen, wegblijven uit |
forkuri | drossen, weglopen, wegrennen, zich uit de voeten maken |
forpreni el la servo | uit de vaart nemen |
furiozegiĝi | amok maken, uit zijn vel springen |
ĝistede | tot vervelends toe, uit den treure |
konsisti | bestaan uit |
konsisti el | bestaan uit |
krevigi | kraken, uit elkaar doen springen |
k.t.p. | enz. |