van stapel laten lopen | lanĉi |
van | de, el, familia nomo, pri |
't Lage van de weg | 't Lage van de weg |
abata jurisdikcio | jurisdictie van een abt |
abatiso | versperring van bomen of takken |
abatlando | ambtsgebied van een abt |
abolicionisto | tegenstander der slavernij, tegenstander van de slavernij |
abomeni | een afschuw hebben van, verafschuwen, verfoeien |
abstini | zich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van |
abundo da | een overvloed aan, een weelde van |
abundokorno | hoorn van overvloed |
Adena Golfo | Golf van Aden |
adiaŭi | afscheid nemen, afscheid nemen van, vaarwel zeggen |
adobo | bouwsteen van gedroogde klei |
advokataĉo | advocaat van kwade zaken |
aferstato | stand van zaken |
agordisto | stemmer, stemmer van muziekinstrument |
akademiano | lid van een geleerd genootschap |
akcizejo | kantoor van belastingen en accijnzen |
akuzi pri | beschuldigen van |
alakviĝi | van stapel lopen |
aliflanke de | aan de andere kant van |
altranga | hooggeplaatst, van standing |
alvenejo | plaats van aankomst |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
ameti | houden van, mogen |
ami | beminnen, houden van, liefhebben |
amnestio | amnestie, begenadiging, kwijtschelding van straf |
analoge | naar analogie van |
aneŭrismo | aneurisme, plaatselijke uitzetting van een slagader |
anstataŭ | in plaats van, in stede van |
anstataŭi | aflossen, de plaats innemen van, inspringen, vervangen |
anstataŭigi | in de plaats stellen van, inboeten, vervangen |
antaŭsenti | een voorgevoel hebben van |
aparte de | afgezien van |
apelacia tribunalo | hof van appl |
Apokalipso | Openbaring van Johannes |
argila | aarden, klei-, van klei |
asizo | zitting, zitting van een tribunaal |
aspekti | er uitzien, het uiterlijk hebben van |
atendante | in afwachting van |
atenui | verzwakken, verzwakken van elektrische stroom |
atenuiĝo | verzwakking, verzwakking van elektrische stroom |
atenuo | verzwakking, verzwakking van elektrische stroom |
atesti pri | getuigenis afleggen van |
atlanta | Atlantisch, van Atlantis |
atrio | atrium, boezem, boezem van het hart |
atrofiĝi | in een toestand van atrofie verkeren |
aŭda tubo | buis van Eustachius |
aŭdi kun surprizo | ophoren van |
aŭstera | streng, streng van zeden |
aŭtorsigno | aanduiding van de auteur van een tekst |
k.t.p. | enz. |
stapel | amaso, freneza, stako, ŝipkonstruejo |
alakviĝi | van stapel lopen |
amaso | boel, drom, hoop, massa, menigte, schare, stapel, tas, troep |
esti en preparo | op stapel staan |
freneza | dol, dolzinnig, gek, krankzinnig, stapel, uitzinnig, waanzinnig |
iri | gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven |
lanĉi | lanceren, ontketenen, uitschrijven, van stapel laten lopen |
lanĉiĝi | gelanceerd worden, van stapel lopen |
staki | op een stapel zetten |
stako | hooiopper, hoop, opper, schelf, stapel |
ŝipkonstruejo | helling, scheepswerf, stapel, werf |
op een stapel zetten | staki |
op stapel staan | esti en preparo |
van stapel laten lopen | lanĉi |
van stapel lopen | alakviĝi, iri, lanĉiĝi |
laten | igi, lasi, nefari |
alportigi | laten brengen, laten komen |
alternigi | laten afwisselen |
aperigi | laten verschijnen, opduikelen, te voorschijn halen |
asonanci | laten eindigen met een halfrijm |
aŭdigi | laten horen, ten beste geven, ten gehore brengen |
balanci | balanceren, doen schommelen, laten balanceren, wiegelen |
cirkuligi | doorgeven, in omloop brengen, laten rondgaan |
desfili | dekking laten zoeken |
eksplodigi | laten ontploffen, laten springen, opblazen |
elirigi | afzetten, laten uitstappen |
embuskigi | in een hinderlaag laten lopen |
enkapti | in een val laten lopen |
farigi | laten maken |
fiaskigi | doen falen, laten mislukken, verijdelen |
fieri pro | zich laten voorstaan op |
flosigi | laten drijven, per vlot vervoeren |
foresti | absent zijn, afwezig zijn, ontbreken, verstek laten gaan |
forkonduki | afleiden, laten afvloeien, wegleiden, wegvoeren |
forlasi | in de steek laten, laten varen, verlaten |
furzi | een wind laten |
geigi | laten paren |
gutigi | laten druppelen |
igi | doen, laten, laten doen, maken |
indulgi | ontzien, sparen, toegeeflijk zijn voor, zich laten vermurwen |
infuzi | aftrekken, laten trekken, zetten |
konjektigi | laten doorschemeren |
kraketigi | laten knakken |
kreskigi | doen groeien, laten groeien |
lanĉi | lanceren, ontketenen, uitschrijven, van stapel laten lopen |
lasi | laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten |
lasi | laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten |
lasi | laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten |
lasi diskuŝi senorde | laten slingeren |
lasi en embaraso | in de steek laten |
lasi eniri | laten binnenkomen, toelaten |
lasi nedecidita | in het midden laten |
lasi sin kapti | erin trappen, zich laten vangen |
lasi trankvila | met rust laten, ongemoeid laten |
lasi trankvila | met rust laten, ongemoeid laten |
malaperigi | dieven, laten verdwijnen, wegmaken |
malhisi | laten zakken, neerhalen, strijken |
mallevi | laten zakken, neerlaten, strijken, vellen |
malseveriĝi | verslappen, zich laten vermurwen |
malsuprenigi | aflaten, laten zakken, neerhalen |
manifesti | laten blijken, manifesteren |
mankigi | achterwege laten, weglaten |
montri | laten zien, tentoonspreiden, tonen, uitwijzen, vertonen, wijzen |
ne estingi | aanlaten, laten branden |
ne ĝeni | met rust laten, niet hinderen, ongemoeid laten |
ne mencii | niet noemen, onvermeld laten |
k.t.p. | enz. |
lopen | etendiĝi, flui, iri, marŝi, paŝi, piediri, promeni |
alakviĝi | van stapel lopen |
alpaŝi | aan komen lopen, aanpakken, beginnen met, toetreden |
amasiĝi | kruien, samenrotten, samenscholen, te hoop lopen, zich ophopen |
dereliĝi | ontsporen, uit de rails lopen, uit het spoor raken |
detrakiĝi | ontsporen, ontsporen, uit de rails lopen |
distrumpeti | te koop lopen met, uitbazuinen |
disvolviĝi laŭplane | volgens plan lopen, volgens plan verlopen |
ekkuri | het op een lopen zetten |
eltrakiĝi | ontsporen, uit de rails lopen |
embuskigi | in een hinderlaag laten lopen |
enfali en kaptilon | in de val lopen |
enkapti | in een val laten lopen |
enkaptiĝi | erin lopen |
esti en danĝero | gevaar lopen, in gevaar zijn |
etendiĝi | lopen, reiken, zich uitstrekken |
flui | lopen, stromen, vlieten, vloeien |
grundi | aan de grond lopen, stranden, vastlopen |
idli | stationair draaien, stationair lopen |
iri | gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven |
iri piedfingre | op zijn tenen lopen |
komenci tro fervore | te hard van stal lopen |
komunikiĝi | in elkaar lopen, in verbinding staan |
krabli | zijdelings lopen |
la afero ne tiom graviĝos | dat zal zo'n vaart niet lopen |
lami | hinken, kreupel lopen, mank lopen, slecht functioneren, trekken |
lanĉi | lanceren, ontketenen, uitschrijven, van stapel laten lopen |
lanĉiĝi | gelanceerd worden, van stapel lopen |
malordiĝi | in het honderd lopen |
marŝi | lopen, marcheren, tippelen |
marŝi ritme | in de pas lopen |
paraziti | klaplopen, op de schobberdebonk lopen, parasiteren |
pasi inter la vergoj | spitsroeden lopen |
paŝi | lopen, schrijden, stappen, treden |
piediri | gaan, lopen, te voet gaan |
piedpremi | aanstampen, onder de voet lopen, vertrappen |
promeni | aan de wandel zijn, lopen, tippelen, wandelen |
ricevi amrifuzon | een blauwtje lopen |
ridindigi sin | voor schut lopen |
riski | kans lopen, op het spel zetten, risico lopen, riskeren, wagen |
staĝi | stage lopen |
zigzagi | zigzag gaan, zigzaggen, zigzagsgewijs lopen |
aan de grond lopen | grundi |
aan komen lopen | alpaŝi |
dat zal zo'n vaart niet lopen | la afero ne tiom graviĝos |
een blauwtje lopen | ricevi amrifuzon |
erin lopen | enkaptiĝi |
gevaar lopen | esti en danĝero |
het op een lopen zetten | ekkuri |
in de pas lopen | marŝi ritme |
in de val lopen | enfali en kaptilon |
k.t.p. | enz. |