niet op slot | neŝlosita |
niet | ne, nepremiita bileto |
abortiĝi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
ankoraŭ ne | nog niet |
civilulo | burger, niet-militair |
ĉu ne | is het niet, nietwaar, of niet |
ĉu ne? | is het niet?, nietwaar?, toch? |
eĉ ne | niet eens, zelfs geen |
eksterduba | ontegenzeglijk, waaraan niet te twijfelen valt, zeker |
eliminiĝi | afvallen, niet meer meedoen |
esti senegala | zijn gelijke niet hebben |
filistro | filister, niet-student |
jam ne | niet langer |
kapolo | gepolijste, maar niet geslepen edelsteen |
la afero ne tiom graviĝos | dat zal zo'n vaart niet lopen |
laiko | leek, niet-ingewijde |
lasi sur la kapo | niet afzetten, oplaten |
leĝera | licht, niet zwaar |
malbonfartanta | niet lekker, onwel |
malmultvalora | niet veel soeps |
malsaneta | niet lekker, ongesteld, onwel, van streek |
maltrafa | mis, niet raak |
miozoto | vergeet-mij-niet |
ne | geen, nee, neen, niet |
ne ...-u | ... niet, niet ...-en |
ne efiki | niet uithalen |
ne enlitiĝi | niet gaan slapen, opblijven |
ne fari | nalaten, niet doen |
ne funkcii | niet functioneren, niet werken, weigeren |
ne gravas | geen dank, het geeft niet, het hindert niet, het maakt niet uit |
ne gravas | geen dank, het geeft niet, het hindert niet, het maakt niet uit |
ne ĝeni | met rust laten, niet hinderen, ongemoeid laten |
ne halti | doorslaan, niet ophouden |
ne havi bonan rezulton | niet goed uitpakken |
ne kapabli | niet in staat zijn |
ne malpli ol | niet minder dan, wel |
ne mencii | niet noemen, onvermeld laten |
ne misterumi pri | niet onder stoelen en banken steken |
ne plu | niet langer, niet meer |
ne postresti | meekunnen, niet achterblijven |
ne povi vendi | niet kunnen verkopen, zitten met |
ne sukcesi | bot vangen, niet slagen |
ne surmeti | aflaten, niet afzetten, uitlaten |
ne transliverita | niet afgeleverd, onbezorgd |
ne trovi | missen, niet vinden |
ne tute | niet helemaal |
neagresa traktato | niet-aanvalsverdrag |
nealiancita | niet-gebonden |
neano | niet-lid |
neenmiksiĝo | niet-inmenging |
neesti | niet bestaan |
neesto | het niet bestaan |
k.t.p. | enz. |
op | eksterlita, elĉerpita, ellitiĝinta, elspezita, eluzita, formanĝinta, foruzita, je, leviĝinta, pro, supren, sur |
abata | op een abt betrekking hebbend |
aboni | geabonneerd zijn op |
aĉeti aŭkcie | mijnen, op een veiling kopen |
aĉeti kredite | op krediet kopen, poffen |
aĉeti partpage | op afbetaling kopen |
agonii | op sterven liggen, zieltogen |
akcenti | accentueren, beklemtonen, de klemtoon leggen op |
akcidentema | een grotere kans op ongelukken lopend |
aktuale | momenteel, op het ogenblik, tegenwoordig, thans |
aldone | extra, op de koop toe |
alifoje | een andere keer, op een andere keer |
alimaniere | anders, op een andere manier |
alkroĉi la ricevilon | de telefoon op de haak leggen |
alkutimiĝi al la laboro | op dreef komen |
alvenonta | op handen |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antaŭĝoji pri | zich verheugen op |
antaŭvidi | bedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien |
anticipe | alvast, bij voorbaat, op voorhand |
anticipi | anticiperen, prejudiciren, vooruitlopen, vooruitlopen op |
antropoida | op een mens gelijkend |
apelacii | appelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan |
apelacii al | een beroep doen op |
apogei | zich op het toppunt bevindend |
apogi sin sur | steunen op, zich beroepen op |
aposteriora | a posteriori, op feiten gebaseerd |
apriora | a priori, op theorie gebaseerd |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
atenci | aanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan |
atenti | acht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op |
atenti | acht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op |
atentigi | attenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op |
atentigi iun pri | iemands aandacht vestigen op |
atentigi pri | attenderen op, attent maken op, naar voren brengen |
aventure | op de bonnefooi |
aventurema | avontuurlijk, op avontuur belust |
avidi | azen op, begeren, dorsten naar |
baze de | op basis van |
Bergen op Zoom | Bergen op Zoom |
bicikle | op de fiets, per fiets |
bobeni | op een klos winden, opwinden, spoelen, winden |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
Broek op Langedijk | Broek op Langedijk |
buŝosurbuŝa spirigo | mond-op-mondbeademing |
celi | bedoelen, beogen, mikken, mikken op, rooien, ten doel hebben |
celi al | doelen op, duiden op |
certagrade | tot op zekere hoogte |
certgrade | tot op zekere hoogte |
ĉasi | bejagen, jacht maken op, jagen |
k.t.p. | enz. |
slot | agrafo, fermilo, fino, kastelo, seruro |
agrafo | agraaf, haakje, slot, spang |
enŝlosita | achter de tralies, achter slot en grendel, opgesloten |
fermilo | afsluiter, beugel, slot, sluiting |
fino | afloop, besluit, eind, einde, slot, uiteinde, voleinding |
kastelo | burcht, kasteel, plecht, slot |
konklude | bij gevolg, per saldo, per slot van rekening |
neŝlosita | niet op slot, open |
por fini | tot slot |
seruro | slot |
ŝlosi | afsluiten, op slot doen, sluiten |
ŝlosita | afgesloten, op slot |
achter slot en grendel | enŝlosita |
niet op slot | neŝlosita |
op slot | ŝlosita |
op slot doen | ŝlosi |
per slot van rekening | konklude |
tot slot | por fini |