uitlaten | elakompani, ellasi, ne surmeti, preterlasi, promenigi |
elakompani | uitgeleide doen, uitlaten |
ellasi | loslaten, lossen, tappen, uitlaten, vieren, weglaten |
ne surmeti | aflaten, niet afzetten, uitlaten |
paroli pri | het hebben over, spreken over, spreken van, zich uitlaten over |
preterlasi | nalaten, uitlaten, verzaken, verzuimen, weglaten |
promenigi | afrijden, uitlaten |
zich uitlaten over | paroli pri |