zich meester maken van | ekokupi, uzurpi |
zich | si, sin |
abnegacii | abnegeren, zich versterven, zichzelf verloochenen |
abstini | zich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van |
abstini | zich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van |
adaptiĝi | zich aanpassen, zich schikken |
adaptiĝi al | zich aanpassen aan, zich voegen naar |
admiri gape | zich vergapen aan |
adopti | aannemen, adopteren, zich eigen maken |
afekti | zich aanstellen, zich voordoen |
afliktiĝi | bedroefd raken, zich bedroeven |
akiri meritojn pri | zich verdienstelijk maken voor |
akomodiĝi | zich aanpassen |
alianciĝi | een verbond aangaan, zich verbinden |
aliĝi | lid worden, toetreden, zich aansluiten |
aliĝi al | zich aanmelden voor, zich voegen bij |
alkonformiĝi | zich aanpassen |
alkroĉiĝi | blijven haken, zich vastgrijpen, zich vastklampen |
alkroĉiĝi al | aanklampen, zich vastklampen aan |
alkutimiĝi | zich gewennen aan |
alproprigi al si | in de wacht slepen, zich toeigenen |
alteniĝi | zich vastklemmen |
altiri sur sin | zich aanhalen |
altrudi | zich opdringen |
amasiĝi | kruien, samenrotten, samenscholen, te hoop lopen, zich ophopen |
amuziĝi | zich amuseren, zich vermaken, zich vermeien |
amuziĝi | zich amuseren, zich vermaken, zich vermeien |
amuziĝi pri | zich vrolijk maken over |
anonci sin | zich aanmelden, zich melden |
antaŭĝoji | zich verheugen |
antaŭĝoji pri | zich verheugen op |
apogei | zich op het toppunt bevindend |
apogi sin sur | steunen op, zich beroepen op |
aranĝi sin | zich installeren |
ariĝi | samenkomen, samenrotten, samenscholen, zich groeperen |
arogi | zich aanmatigen, zich verhovaardigen |
arogi al si | zich aanmatigen, zich verstouten |
arogi al si la funkcion de | zich opwerpen als |
asimili | assimileren, in zich opnemen |
asketumi | zich ontberingen getroosten |
atenci | aanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan |
aŭdaci | wagen, zich vermetelen |
aŭdigi sin | zich roeren, zich verstaanbaar maken |
baniĝi | baden, een bad nemen, zich baden |
barakti | spartelen, worstelen, zich aftobben |
bonfarti | het goed maken, zich goed voelen |
bonvoli moŝte | zich verwaardigen |
boparenci | zich door een huwelijk verbinden |
cerbumi | piekeren, zich het hoofd breken |
certigi sin pri | zich vergewissen van |
certiĝi pri | zich verzekeren van |
ĉagreni sin | zich ergeren |
k.t.p. | enz. |
meester | magistro, majstro, mastro |
ekokupi | innemen, vermeesteren, zich meester maken van |
ellerni | meester worden, onder de knie krijgen |
magistro | doctorandus, licentiaat, magister, meester |
majstro | grootmeester, mastro, meester |
mastri | de baas zijn, meester zijn |
mastro | baas, heer, meester, patroon |
uzurpi | kraken, overweldigen, usurperen, zich meester maken van |
meester worden | ellerni |
meester zijn | mastri |
zich meester maken van | ekokupi, uzurpi |
maken | estigi, fabriki, fari, igi, krei, ripari |
acidigi | verzuren, zuren, zuur maken |
adopti | aannemen, adopteren, zich eigen maken |
akiri | behalen, buit maken, verkrijgen, verwerven |
akiri meritojn pri | zich verdienstelijk maken voor |
akrobati | kunsten maken |
alfari | passend maken |
alĝustigi | afstellen, fitten, passend maken, verstellen |
aliigi | anders maken, veranderen |
amikigi | tot vrienden maken |
amindumi | het hof maken, scharrelen, vrijen |
amuziĝi pri | zich vrolijk maken over |
anestezi | gevoelloos maken, ongevoelig maken, verdoven |
anigi | lid maken |
aromigi | geurig maken |
asepsi | bacterievrij maken |
atentigi | attenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op |
atentigi pri | attenderen op, attent maken op, naar voren brengen |
aŭdigi sin | zich roeren, zich verstaanbaar maken |
avanci | avanceren, in rang opklimmen, oprukken, overgaan, promotie maken |
bakupi | een backup maken, een backup maken van |
blagi | een geintje maken |
blankigi | bleken, wit maken, witten |
blindigi | blind maken, verblinden |
bluigi | blauw maken, blauwen |
bonfarti | het goed maken, zich goed voelen |
bruegi | kabaal maken, te keer gaan |
brunigi | bruin maken, bruinen, bruineren |
cedigi | murw maken |
cementi | cementeren, tot een hechte eenheid maken |
ĉasi | bejagen, jacht maken op, jagen |
ĉikani | bedillen, haarkloven, het lastig maken, muggeziften, vitten |
deprimi | deprimeren, neerdrukken, neerslachtig maken, terneerdrukken |
diferencigi | onderscheid maken, uit elkaar houden |
dikigi | dik maken |
disfamigi | overal bekend maken |
distingi | onderkennen, onderscheid maken tussen, onderscheiden |
distingigi | kenbaar maken |
dubigi | aan het twijfelen brengen, twijfelachtig maken |
ebligi | in staat stellen, mogelijk maken |
ekbruligi fajron | vuur maken |
ekflamiĝi por | zich warm maken voor |
ekigi | een aanvang maken met |
ekokupi | innemen, vermeesteren, zich meester maken van |
ekscitiĝi pri | zich druk maken over |
ekskursi | een uitstapje maken |
ekskursi al | een uitstapje maken naar |
eldetrui | met de grond gelijk maken |
elfari | geheel maken, klaren, volbrengen, voltooien |
epitomigi | een uittreksel maken van |
erari | dwalen, een fout maken, ernaast zitten, zich vergissen |
k.t.p. | enz. |
van | de, el, familia nomo, pri |
't Lage van de weg | 't Lage van de weg |
abata jurisdikcio | jurisdictie van een abt |
abatiso | versperring van bomen of takken |
abatlando | ambtsgebied van een abt |
abolicionisto | tegenstander der slavernij, tegenstander van de slavernij |
abomeni | een afschuw hebben van, verafschuwen, verfoeien |
abstini | zich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van |
abundo da | een overvloed aan, een weelde van |
abundokorno | hoorn van overvloed |
Adena Golfo | Golf van Aden |
adiaŭi | afscheid nemen, afscheid nemen van, vaarwel zeggen |
adobo | bouwsteen van gedroogde klei |
advokataĉo | advocaat van kwade zaken |
aferstato | stand van zaken |
agordisto | stemmer, stemmer van muziekinstrument |
akademiano | lid van een geleerd genootschap |
akcizejo | kantoor van belastingen en accijnzen |
akuzi pri | beschuldigen van |
alakviĝi | van stapel lopen |
aliflanke de | aan de andere kant van |
altranga | hooggeplaatst, van standing |
alvenejo | plaats van aankomst |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
ameti | houden van, mogen |
ami | beminnen, houden van, liefhebben |
amnestio | amnestie, begenadiging, kwijtschelding van straf |
analoge | naar analogie van |
aneŭrismo | aneurisme, plaatselijke uitzetting van een slagader |
anstataŭ | in plaats van, in stede van |
anstataŭi | aflossen, de plaats innemen van, inspringen, vervangen |
anstataŭigi | in de plaats stellen van, inboeten, vervangen |
antaŭsenti | een voorgevoel hebben van |
aparte de | afgezien van |
apelacia tribunalo | hof van appl |
Apokalipso | Openbaring van Johannes |
argila | aarden, klei-, van klei |
asizo | zitting, zitting van een tribunaal |
aspekti | er uitzien, het uiterlijk hebben van |
atendante | in afwachting van |
atenui | verzwakken, verzwakken van elektrische stroom |
atenuiĝo | verzwakking, verzwakking van elektrische stroom |
atenuo | verzwakking, verzwakking van elektrische stroom |
atesti pri | getuigenis afleggen van |
atlanta | Atlantisch, van Atlantis |
atrio | atrium, boezem, boezem van het hart |
atrofiĝi | in een toestand van atrofie verkeren |
aŭda tubo | buis van Eustachius |
aŭdi kun surprizo | ophoren van |
aŭstera | streng, streng van zeden |
aŭtorsigno | aanduiding van de auteur van een tekst |
k.t.p. | enz. |