onder het juk brengen | subjugi |
onder | dum, inter, malpli ol, malsupre, malsupre de, sub |
aparteni al | ressorteren onder, thuishoren bij |
disdoni inter | verdelen onder |
doni loĝejon | onder dak brengen, onderdak bieden |
dum | gedurende, onder, staande, terwijl, tijdens, voor |
duope | getween, met zijn tween, onder vier ogen |
ekdormi | in slaap vallen, inslapen, onder zeil gaan |
ekpafi al | onder vuur nemen |
ekveli | onder zeil gaan |
ellerni | meester worden, onder de knie krijgen |
enamasiĝi | zich onder de menigte mengen |
esti inundita | blank staan, onder water staan, onderstaan |
esti premata de | gebukt gaan onder |
esti sub la ŝuo | onder de plak zitten |
esti subakviĝinta | onder water staan |
ĝuante | onder het genot van |
ignori | negeren, onder tafel schuiven, passeren, wegcijferen |
inter | onder, tussen |
inter alie | onder andere |
inter kiu | onder wie, waaronder |
inter si | onder elkaar, onderling |
interalie | onder anderen, onder meer, zoal |
inundi | inunderen, onder water zetten, overstromen |
iri sub | onder ... doorgaan |
ĵure | onder ede |
koluzii | onder n hoedje spelen |
kompreni sub | verstaan onder |
konduki tension | onder stroom staan |
konfidence | onder de roos, sub rosa |
malpli ol | minder dan, onder |
malsupre | beneden, daarbeneden, onder |
malsupre de | beneden, onder |
ne misterumi pri | niet onder stoelen en banken steken |
pagoŝarĝe | onder rembours |
piedpremi | aanstampen, onder de voet lopen, vertrappen |
referencante al | onder verwijzing naar |
remburse | onder rembours |
rimarkigi al | onder de aandacht brengen van |
soldatiĝi | dienst nemen, onder de wapenen komen, soldaat worden |
sub | beneden, onder |
sub kiu | onder wie, waarbeneden, waaronder |
sub masko de | onder het mom van |
subakvigi | onder water zetten, onderduwen, tot zinken brengen |
subjugi | onder het juk brengen, onderdrukken |
vic- | onder-, substituut-, vice- |
vortigi | formuleren, onder woorden brengen, verwoorden |
gebukt gaan onder | esti premata de |
niet onder stoelen en banken steken | ne misterumi pri |
onder ... doorgaan | iri sub |
onder andere | inter alie |
onder anderen | interalie |
k.t.p. | enz. |
het | al la, ĝi, ĝin, l', la |
akordi | het eens zijn, overeenstemmen, samengaan |
akordi bone kun | het goed kunnen vinden met |
aktuale | momenteel, op het ogenblik, tegenwoordig, thans |
al la | aan de, aan het, de, het, naar de, naar het |
al la | aan de, aan het, de, het, naar de, naar het |
alfronti | het hoofd bieden |
alilande | in het buitenland |
amen | amen, het zij zo |
amindumi | het hof maken, scharrelen, vrijen |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antaŭ ĉio | in het bijzonder, inzonderheid, vooral |
antaŭvidigi | in het vooruitzicht stellen |
apercepto | opneming in het bewustzijn, waarneming |
apogei | zich op het toppunt bevindend |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
aranĝi la liton | het bed opmaken |
asigni | betekenen, dagen, dagvaarden, toewijzen, voor het gerecht dagen |
aspekte | naar het uiterlijk |
aspekti | er uitzien, het uiterlijk hebben van |
atingi multon | het ver brengen |
atrio | atrium, boezem, boezem van het hart |
batali ĝisdecide | het uitvechten |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
bonfarti | het goed maken, zich goed voelen |
bonvoli al | een goed hart toedragen, het goed voorhebben met |
bruski | voor het hoofd stoten |
cedi | afstaan, het veld ruimen, toegeven, wijken, zwichten |
cerbumi | piekeren, zich het hoofd breken |
ĉasi sur la grundo de | in het vaarwater zitten van |
ĉefi | aan het hoofd staan, aan het hoofd staan van, leiden |
ĉesigi la sieĝon | het beleg opbreken |
ĉie en la | overal in de, overal in het |
ĉikani | bedillen, haarkloven, het lastig maken, muggeziften, vitten |
ĉikaze | in het onderhavige geval |
ĉirkaŭe | daaromheen, eromheen, in het rond, ongeveer, rondom |
ĉiuhore | om het uur |
ĉu ne | is het niet, nietwaar, of niet |
ĉu ne? | is het niet?, nietwaar?, toch? |
de nun | in het vervolg, van nu af aan |
dekrepito | het uit elkaar springen van kristallen |
dereliĝi | ontsporen, uit de rails lopen, uit het spoor raken |
detala | ampel, gedetailleerd, in het klein, omstandig, uitvoerig |
detali | in details behandelen, in het klein verkopen |
deveni | afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen |
diastolo | uitzetting van het hart |
diskutinda | het bespreken waard |
domaĝi | bejammeren, betreuren, het jammer vinden van, ontzien, sparen |
dubigi | aan het twijfelen brengen, twijfelachtig maken |
dumviva | levenslang, voor het leven |
edziĝi | in het huwelijk treden, trouwen |
k.t.p. | enz. |
juk | jugo, vekto |
jugi | aanspannen, het juk opleggen |
jugo | juk |
subjugi | onder het juk brengen, onderdrukken |
vekto | draagjuk, juk |
het juk opleggen | jugi |
onder het juk brengen | subjugi |
brengen | alkonduki, alporti, konduki, porti |
agordi | in een stemming brengen, stemmen |
akordigi | in overeenstemming brengen, rijmen, tot overeenstemming brengen |
akuŝi | bevallen, ter wereld brengen |
alkonduki | brengen, voorleiden |
alporti | aanbrengen, aandragen, bezorgen, brengen |
alporti supren | naar boven brengen, naar boven dragen |
alportigi | laten brengen, laten komen |
alproksimigi | dicht bij elkaar brengen |
alŝultrigi | aan de schouder brengen, aanleggen |
apliki | aanwenden, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen |
atentigi pri | attenderen op, attent maken op, naar voren brengen |
atingi multon | het ver brengen |
aŭdigi | laten horen, ten beste geven, ten gehore brengen |
cirkuligi | doorgeven, in omloop brengen, laten rondgaan |
dekadencigi | tot verval brengen |
detrahi de | in mindering brengen op |
diskrediti | in discrediet brengen |
diskutigi | ter sprake brengen |
doni loĝejon | onder dak brengen, onderdak bieden |
dubigi | aan het twijfelen brengen, twijfelachtig maken |
efektivigi | bewerkstelligen, doorvoeren, tot stand brengen, verwezenlijken |
ekfunkcii | aan de gang brengen |
ekfunkciigi | aan de praat krijgen, aanzetten, op gang brengen |
ekirigi | op gang brengen |
ekpriparoli | te berde brengen |
ekstazigi | in vervoering brengen |
ekvilibrigi | in evenwicht brengen |
ekzalti | in vervoering brengen |
ekzekuti | executeren, ter dood brengen, terechtstellen |
elporti | dragen, naar buiten brengen, uithouden, verdragen |
elŝeligi | doppen, tevoorschijn brengen |
embarasi | in verlegenheid brengen, ongelegen komen, ontrieven |
emisii | emitteren, in omloop brengen, uitgeven |
endanĝerigi | in gevaar brengen |
enkontigi | bijboeken, in rekening brengen |
enkursigi | in omloop brengen |
enlitigi | in bed stoppen, naar bed brengen |
enmerkatigi | op de markt brengen |
erarkredigi | in de waan brengen |
forsaviĝi | zich in veiligheid brengen |
gustigi | kruiden, op smaak brengen |
interkomunikigi | in verbinding brengen |
irigi | doen gaan, op gang brengen, verwijzen |
kartografi | in kaart brengen |
kompromiti | blameren, compromitteren, in opspraak brengen |
konduki | besturen, brengen, geleiden, leiden, voeren |
konformigi | aanpassen, afstemmen, in overeenstemming brengen, rijmen |
konfuzi | dooreenhalen, van zijn stuk brengen, verwarren, verwisselen |
kontaktigi | in aanraking brengen |
kvietigi | stillen, sussen, temmen, tot rust brengen, verslaan |
k.t.p. | enz. |