zijn mond houden | silenti |
zijn | ekzisto, ento, estado, esti, gxia, lia, liaj, sia, siaj |
aboni | geabonneerd zijn op |
abundi | in overvloed aanwezig zijn |
agi | ageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan |
agordigxi | gelijkluidend zijn |
aklami | bij acclamatie benoemen, toejuichen, zijn bijval betuigen |
akordi | het eens zijn, overeenstemmen, samengaan |
alcentrigi siajn pensojn | zijn gedachten verzamelen |
alesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
alproksimigxi | in aantocht zijn, naderen |
ambicii | eerzuchtig zijn |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
amuzigxadi | aan de boemel zijn, boemelen |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antauxvidi | bedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien |
apudesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
aroganti | een hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken |
avari | karig zijn met, zuinig zijn met |
bazigxi | gebaseerd zijn, steunen |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
bonvoli | gelieven, welwillend zijn |
bonvoli al iu | iemand goedgezind zijn |
centope | met zijn honderden |
cirkuli | circuleren, in omloop zijn, rondgaan, rouleren |
cxeesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen |
dangxeri | gevaarlijk zijn |
dekadenci | aan lager wal raken, in verval zijn, zinken |
dekope | met zijn tienen |
demisii | aftreden, demissionair zijn |
dependi | afhangen, afhankelijk zijn, deel uitmaken |
dependi de | afhangen van, afhankelijk zijn van |
deveni | afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen |
deveni de | afkomstig zijn van, stammen uit, stammen van |
devojigxi de sia rolo | uit zijn rol vallen |
dibocxi | aan de rol zijn, boemelen, brassen, slempen, uitspatten |
diri sian opinion pri | zich uitspreken over, zijn mening geven over |
disstari | gescheiden zijn |
dormemi | slaap hebben, slaperig zijn |
drinkadi | aan de drank zijn, drinken |
drivi | afdrijven, drijven, op drift zijn |
duope | getweeën, met zijn tweeën, onder vier ogen |
ebli | mogelijk zijn |
egali | evenaren, gelijk zijn aan |
eklogxi | intrekken, zijn intrek nemen, zijn tenten opslaan |
eksproprigi | uit zijn eigendom ontzetten |
ekstazi | in extase verkeren, in extase zijn |
ektusi | zijn keel schrapen |
ekvicii | uit zijn bezit ontzetten |
ekvilibri | in evenwicht verkeren, in evenwicht zijn |
ekzisto | bestaan, zijn |
k.t.p. | enz. |
mond | aperturo, busxo, enfluejo |
aperturo | gat, mond, opening |
busxo | bek, mond, monding |
busxosurbusxa spirigo | mond-op-mondbeademing |
eldiri sekreton senpripense | zijn mond voorbijpraten |
enfluejo | mond, monding, uitmonding |
gargari la busxon | de mond spoelen |
regurgiti | terugvloeien van de maaginhoud in de mond |
silenti | stilzwijgen, zich stilhouden, zijn mond houden, zwijgen |
silentigi | de mond snoeren, doen zwijgen, tot zwijgen brengen |
tralavi la busxon | de mond spoelen |
de mond snoeren | silentigi |
de mond spoelen | gargari la busxon, tralavi la busxon |
mond-op-mondbeademing | busxosurbusxa spirigo |
terugvloeien van de maaginhoud in de mond | regurgiti |
zijn mond houden | silenti |
zijn mond voorbijpraten | eldiri sekreton senpripense |
houden | enteni, okazigi, teni |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
ameti | houden van, mogen |
ami | beminnen, houden van, liefhebben |
atenti pri | aandacht schenken aan, rekening houden met |
bridi | bedwingen, beteugelen, betomen, in toom houden, intomen |
dialogi | een samenspraak houden |
diferencigi | onderscheid maken, uit elkaar houden |
direkti sin laux | zich houden aan |
enketi | een enquête houden |
enteni | bevatten, houden, inhouden, vervatten |
esti meze inter | het midden houden tussen |
fari paroladon | een speech houden, speechen |
festeni | een feestmaal houden |
havi inklinon por | een zwak hebben voor, houden van |
inspekti | inspecteren, inspectie houden, schouwen, visiteren |
iri sampasxe kun | gelijke tred houden met |
klimatizi | op gematigde temperatuur houden |
konformigxi al | zich houden aan |
konsideri | beschouwen, nagaan, overwegen, rekening houden met |
konsiligxi | beraadslagen, confereren, ruggespraak houden |
kredi | geloven, houden voor, menen |
krediti | crediteren, te goed houden |
kvesti | collecte houden |
longdauxrigi | slepende houden |
malebligi ekdormi | uit de slaap houden |
memorkonservi | in gedachten houden |
mistifi | foppen, voor de mal houden |
ne cedi | geen krimp geven, stand houden |
observadi | in het oog houden, op de uitkijk staan |
okazigi | beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven |
okupi | bekleden, beslaan, bezetten, bezig houden, in beslag nemen |
oratori | een redevoering houden |
paroladi | een rede houden, oreren |
persisti | doorbijten, doorzetten, voet bij stuk houden, volharden, volhouden |
prelegi | een lezing houden, een spreekbeurt houden |
restadi | plakken, resideren, verblijf houden, vertoeven, verwijlen, wijlen |
resti senpromesa | zich op de vlakte houden |
rigardi kiel | houden voor, verslijten voor, zien als |
rilati al | betrekking hebben op, verband houden met, zich verhouden tot |
sekretigi | geheim houden |
silenti | stilzwijgen, zich stilhouden, zijn mond houden, zwijgen |
spekulativi | bespiegelingen houden |
sxajnigi sin stultulo | zich van de domme houden |
sxajnigi sin surda | zich doof houden |
sxati | hechten aan, houden van, mogen, waarderen |
sxati pli | liever hebben, meer houden van, prefereren |
sxatinda | waard om van te houden |
teni | bijhouden, houden, vasthouden |
teni al bapto | ten doop houden |
teni sekreta | geheim houden, verheimelijken |
k.t.p. | enz. |