als eerbewijs geven | omaĝi |
als | en okaze ke, estiel, kiam, kiel, kvazaŭ, se |
agnoski | agnosceren, als waarheid aannemen, erkennen, honoreren |
angilglata | zo glad als een aal |
apozicii | als bijstelling plaatsen |
arbitracii | als scheidsrechter optreden, arbitreren |
arogi al si la funkcion de | zich opwerpen als |
asociiĝi | als associ toedreden, samendoen, vennoot worden |
cerbaĵo | hersens, hersens als spijs |
colo | duim, duim als lengtemaat |
dandi | zich als een fat gedragen |
dormegi | slapen als een roos, vast slapen |
eĉ se | al, ook al, zelfs als |
elpaŝi kiel | optreden als |
en okaze ke | als, indien, ingeval |
esti traktata kiel | behandeld worden als |
estiel | als, het karakter hebbend van |
filigi | als zoon aannemen |
filigrani | als filigraan bewerken |
frajti | als vrachtgoed verzenden, bevrachten |
havi la taskon de | fungeren als |
jene | als volgt |
kaj ... kaj | zowel ... als |
kiam | als, toen, wanneer |
kiel | als, bij wijze van, hoe, tot, voor, wat, zoals |
kondiĉi | als voorwaarde stellen, bedingen, conditioneren, stipuleren |
konsideri kiel | aanmerken als |
kvazaŭ | als, als het ware, of alsof |
kvazaŭ magie | als bij toverslag |
ludi la rolon de | optreden als |
monabundo | geld als water |
montiĝi | zich als een berg verheffen |
ne pli multe ol | net zomin als, zomin als |
ne pli ol | evenmin als |
okupi la oficon de | fungeren als |
omaĝi | als eerbewijs geven |
pastri | als priester werken |
preskaŭ | bijkans, bijna, haast, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, zowat |
preskaŭ tute | zo goed als |
preskaŭnova | zo goed als nieuw |
rigardi kiel | houden voor, verslijten voor, zien als |
same malmulte kiel | net zomin als, zomin als |
se | als, indien, ingeval, wanneer |
se vi permesas | als u mij toestaat, met uw welnemen |
ŝajnigi sin | uithangen, zich uitgeven voor, zich voordoen als |
taski | als taak opgeven |
tiel ... kiel | zo ... als |
tiom ... kiom | zoveel ... als |
trakti kiel | behandelen als |
tuj kiam | zodra, zodra als |
unuanime | als n man, eenstemmig, met algemene stemmen, unaniem |
volonti | als vrijwilliger dienen, vrijwillig dienst doen |
k.t.p. | enz. |
eerbewijs | honoro |
honoro | eer, eerbewijs, hulde |
omaĝi | als eerbewijs geven |
als eerbewijs geven | omaĝi |
geven | doni |
absolvi | absolutie geven, absolveren, vrijspreken |
atentigi | attenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op |
aŭdigi | laten horen, ten beste geven, ten gehore brengen |
bronzi | bronzen, een bronskleur geven, met brons bedekken |
deklari sin venkita | zich gewonnen geven |
deponi | afgeven, deponeren, in bewaring geven, inleggen |
diri sian opinion pri | zich uitspreken over, zijn mening geven over |
donaci | cadeau geven, schenken |
doni | aangeven, geven, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen |
doni al si kalkulon pri | zich rekenschap geven van |
doni garantie | in onderpand geven |
doni kaŝe al | stiekem geven, toestoppen |
doni kromlecionojn | bijles geven, bijwerken |
doni la finfaran baton | de genadeklap geven, nekken |
doni prioritaton | voorrang geven |
ekkriegi | een gil geven, uitgieren, uitgillen |
ekpuŝi | aanstoten, een duw geven, toestoten |
fari kapsignon | een wenk geven |
farmodoni | in pacht geven |
forpermesi | toestemming geven om te vertrekken, vrijaf geven |
gratifi | een gratificatie geven |
iniciati | de stoot geven tot, het initiatief nemen tot |
kalibrigi | het juiste kaliber geven |
kaŭzi skandalon | aanstoot geven |
klarigi detale | tekst en uitleg geven |
klarioni | een signaal geven, op een klaroen blazen |
komisii | belasten met, opdracht geven, opdragen |
komprenigi | beduiden, te verstaan geven, uitleggen, verklaren, voorhouden |
koncesi | in concessie geven |
lakti | melk geven |
lekcii | college geven |
liveri kaŭzon por | stof geven tot |
lumi | aan zijn, licht geven, lichten, schijnen |
mamnutri | de borst geven, zogen |
manĝigi | spijzigen, te eten geven, voederen, voeren |
ne cedi | geen krimp geven, stand houden |
ne eligi eĉ unu sonon | geen kik geven |
omaĝi | als eerbewijs geven |
pensigi | te denken geven |
plipagi | meer gaan betalen, opslag geven |
preferi | de voorkeur geven aan, prefereren, verkiezen, voortrekken |
rabati | afslaan, aftrekken, korten, korting geven |
respondi al | antwoord geven, antwoorden |
rezigni pri io | iets eraan geven |
riparigi | in reparatie geven |
riporti | verslag geven |
signali | een sein geven, seinen |
signi | aanduiden, aangeven, een teken geven, kenmerken, merken, tekenen |
skoldi | berispen, een standje geven, uitkafferen |
sproni | de sporen geven, prikkelen |
k.t.p. | enz. |