achter zijn | malfrui |
achter | dorse, malantaŭ, malantaŭe, post |
dorse | aan de achterkant, achter |
eltrovi | komen achter, uitvinden |
enŝlosita | achter de tralies, achter slot en grendel, opgesloten |
fordormi la okazon | achter het net vissen |
Hindoĉinio | Achter-Indi, Indo-China |
Hindoĉinujo | Achter-Indi, Indo-China |
kontroli severe | achter de vodden zitten |
malantaŭ | achter |
malantaŭ la kulisoj | achter de schermen |
malantaŭe | aan de achterkant, achter, achteraan, achterin |
malfrui | achter zijn, achterlopen, over tijd zijn, te laat zijn |
malliberigita | achter de tralies |
plirapidigi la aferon | er vaart achter zetten |
post | achter, na, na verloop van, over |
post la kulisoj | achter de schermen |
postiĝi | achter raken |
achter de schermen | malantaŭ la kulisoj, post la kulisoj |
achter de tralies | enŝlosita, malliberigita |
achter de vodden zitten | kontroli severe |
achter het net vissen | fordormi la okazon |
achter raken | postiĝi |
achter slot en grendel | enŝlosita |
achter zijn | malfrui |
Achter-Indi | Hindoĉinio, Hindoĉinujo |
er vaart achter zetten | plirapidigi la aferon |
komen achter | eltrovi |
zijn | ekzisto, ento, estado, esti, ĝia, lia, liaj, sia, siaj |
aboni | geabonneerd zijn op |
abundi | in overvloed aanwezig zijn |
agi | ageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan |
agordiĝi | gelijkluidend zijn |
aklami | bij acclamatie benoemen, toejuichen, zijn bijval betuigen |
akordi | het eens zijn, overeenstemmen, samengaan |
alcentrigi siajn pensojn | zijn gedachten verzamelen |
alesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
alproksimiĝi | in aantocht zijn, naderen |
ambicii | eerzuchtig zijn |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
amuziĝadi | aan de boemel zijn, boemelen |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antaŭvidi | bedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien |
apudesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
aroganti | een hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken |
avari | karig zijn met, zuinig zijn met |
baziĝi | gebaseerd zijn, steunen |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
bonvoli | gelieven, welwillend zijn |
bonvoli al iu | iemand goedgezind zijn |
centope | met zijn honderden |
cirkuli | circuleren, in omloop zijn, rondgaan, rouleren |
ĉeesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen |
danĝeri | gevaarlijk zijn |
dekadenci | aan lager wal raken, in verval zijn, zinken |
dekope | met zijn tienen |
demisii | aftreden, demissionair zijn |
dependi | afhangen, afhankelijk zijn, deel uitmaken |
dependi de | afhangen van, afhankelijk zijn van |
deveni | afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen |
deveni de | afkomstig zijn van, stammen uit, stammen van |
devojiĝi de sia rolo | uit zijn rol vallen |
diboĉi | aan de rol zijn, boemelen, brassen, slempen, uitspatten |
diri sian opinion pri | zich uitspreken over, zijn mening geven over |
disstari | gescheiden zijn |
dormemi | slaap hebben, slaperig zijn |
drinkadi | aan de drank zijn, drinken |
drivi | afdrijven, drijven, op drift zijn |
duope | getween, met zijn tween, onder vier ogen |
ebli | mogelijk zijn |
egali | evenaren, gelijk zijn aan |
ekloĝi | intrekken, zijn intrek nemen, zijn tenten opslaan |
eksproprigi | uit zijn eigendom ontzetten |
ekstazi | in extase verkeren, in extase zijn |
ektusi | zijn keel schrapen |
ekvicii | uit zijn bezit ontzetten |
ekvilibri | in evenwicht verkeren, in evenwicht zijn |
ekzisto | bestaan, zijn |
k.t.p. | enz. |