stoten op | kolizii kun |
stoten | kornbati, pusxi, skuigxi |
bruski | voor het hoofd stoten |
detronigi | afzetten, onttronen, van de troon stoten |
eksigi el | stoten uit |
frapigxi | zich stoten |
interfrapigxi | tegen elkaar stoten |
kolizii kun | stoten op, zich stoten aan |
kornbati | met de horens stoten, stoten |
kunfrapigxi | tegen elkaar stoten |
pusxi | douwen, dringen, duwen, stoten |
pusxigxi | aanbotsen, geduwd worden, zich stoten |
pusxigxi al | zijn stoten aan |
senti sin sxokata de | gechoqueerd worden door, zich stoten aan |
skuigxi | hobbelen, horten, schudden, stoten |
tusxegi | stoten tegen |
met de horens stoten | kornbati |
stoten op | kolizii kun |
stoten tegen | tusxegi |
stoten uit | eksigi el |
tegen elkaar stoten | interfrapigxi, kunfrapigxi |
van de troon stoten | detronigi |
voor het hoofd stoten | bruski |
zich stoten | frapigxi, pusxigxi |
zich stoten aan | kolizii kun, senti sin sxokata de |
zijn stoten aan | pusxigxi al |
op | eksterlita, elcxerpita, ellitigxinta, elspezita, eluzita, formangxinta, foruzita, je, levigxinta, pro, supren, sur |
abata | op een abt betrekking hebbend |
aboni | geabonneerd zijn op |
acxeti auxkcie | mijnen, op een veiling kopen |
acxeti kredite | op krediet kopen, poffen |
acxeti partpage | op afbetaling kopen |
agonii | op sterven liggen, zieltogen |
akcenti | accentueren, beklemtonen, de klemtoon leggen op |
akcidentema | een grotere kans op ongelukken lopend |
aktuale | momenteel, op het ogenblik, tegenwoordig, thans |
aldone | extra, op de koop toe |
alifoje | een andere keer, op een andere keer |
alimaniere | anders, op een andere manier |
alkrocxi la ricevilon | de telefoon op de haak leggen |
alkutimigxi al la laboro | op dreef komen |
alvenonta | op handen |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antauxgxoji pri | zich verheugen op |
antauxvidi | bedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien |
anticipe | alvast, bij voorbaat, op voorhand |
anticipi | anticiperen, prejudiciëren, vooruitlopen, vooruitlopen op |
antropoida | op een mens gelijkend |
apelacii | appelleren, een beroep doen op, in appèl gaan, in beroep gaan |
apelacii al | een beroep doen op |
apogei | zich op het toppunt bevindend |
apogi sin sur | steunen op, zich beroepen op |
aposteriora | a posteriori, op feiten gebaseerd |
apriora | a priori, op theorie gebaseerd |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
atenci | aanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan |
atenti | acht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op |
atenti | acht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op |
atentigi | attenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op |
atentigi iun pri | iemands aandacht vestigen op |
atentigi pri | attenderen op, attent maken op, naar voren brengen |
aventure | op de bonnefooi |
aventurema | avontuurlijk, op avontuur belust |
avidi | azen op, begeren, dorsten naar |
baze de | op basis van |
Bergen op Zoom | Bergen op Zoom |
bicikle | op de fiets, per fiets |
bobeni | op een klos winden, opwinden, spoelen, winden |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
Broek op Langedijk | Broek op Langedijk |
busxosurbusxa spirigo | mond-op-mondbeademing |
celi | bedoelen, beogen, mikken, mikken op, rooien, ten doel hebben |
celi al | doelen op, duiden op |
certagrade | tot op zekere hoogte |
certgrade | tot op zekere hoogte |
cxasi | bejagen, jacht maken op, jagen |
k.t.p. | enz. |