NL/EO vortaro

Vorto:
Serĉis por "door elkaar gooien". La serĉado daŭris 0,011 sekundojn kaj produktis 118 rezultojn:
door elkaar gooienmalaranĝi
doorde, far, fare de, per, pro, tra
artikiarticuleren, door een mechanisme verbinden
artikigiarticuleren, door een mechanisme verbinden
boparencizich door een huwelijk verbinden
ĉeestante debijgewoond door, in aanwezigheid van
dedoor, sedert, sinds, van, vanaf
demonstrobewijs, bewijs door redenering
disbaridoor een hek scheiden
dum la labortagojdoor de week
elektrodinamismogeheel der verschijnselen, teweeggebracht door elektrische stroom
elektroekzekutiterechtstellen door elektrocutie
elektrokutidoden door elektrocutie
elektroliziontleden door elektrolyse
etiolaverbleekt door gebrek aan licht (van planten)
fardoor
fare dedoor
filtriĝidoor filtratie gezuiverd worden
flatakiridoor vleierij verkrijgen
flui tradoorstromen, stromen door
forstrekidoorhalen, doorstrepen, een streep halen door, schrappen
frostvundodoor bevriezing veroorzaakte wond
fumaĵiroken, vuil maken door rook
heliografiotelecommunicatie door optische seinen
hororidoor schrik bevangen worden
ĵurligidoor een eed binden
kariadoor caris aangetast, rot
konfuzmiksidoor elkaar haspelen
konvektidoor convectie overbrengen
la tutande hele ... door
lotaĵodoor loting toegewezen deel
malaranĝidoor elkaar gooien, in wanorde brengen
mimidoor gebaren voorstellen
padelidoor het water plassen, peddelen, ploeteren
perdoor, met, per
per la agado dedoor toedoen van
pere dedoor bemiddeling van, door middel van, door tussenkomst van
pere dedoor bemiddeling van, door middel van, door tussenkomst van
prodoor, in ruil voor, op, op grond van, uit, vanwege, wegens
rabakiridoor roof verkrijgen, roven
rekte tradwars door
rektifidoor herhaalde destillatie zuiveren, gelijkrichten
rektifikidoor herhaalde destillatie zuiveren, gelijkrichten
seninterrompeaan n stuk door, aaneen, in n ruk, ononderbroken
senti sin ŝokata degechoqueerd worden door, zich stoten aan
skuegidoor elkaar rammelen
stridadoor merg en been gaand, schel, schril, snijdend
tradoor, door ... heen, doorheen, via
tra intertussen ... door
trairiafleggen, aflopen, doorgaan, gaan door
trastrekidoorhalen, doorstrepen, een streep halen door, uitschrappen
traveturidoorkruisen, rijden door
k.t.p.enz.
elkaarunu la alian
adherielkaar aantrekken
alproksimigidicht bij elkaar brengen
alternialterneren, elkaar afwisselen
dekrepitohet uit elkaar springen van kristallen
diferencigionderscheid maken, uit elkaar houden
displektiuit elkaar halen
dissaltiuit elkaar springen, uiteenspatten, uiteenspringen
egalfortaaan elkaar gewaagd
enadaptiĝi ĝustein elkaar passen, ineenpassen
endentiĝiin elkaar grijpen
faraĉiin elkaar flansen, uitspoken
flankon ĉe flankonaast elkaar
fuŝfariin elkaar flansen
inter sionder elkaar, onderling
interakordielkaar verdragen
interbatalibakkeleien, met elkaar vechten, plukharen
interfrapiĝitegen elkaar stoten
interkompensiĝitegen elkaar wegvallen
interkompreniĝielkaar begrijpen
interkovriĝi parteelkaar overlappen
interligiaan elkaar vastmaken, verbinden
intermiksimet elkaar verwarren, verwarren, verwisselen
interpremiĝielkaar verdringen
interpuŝiĝitegen elkaar aanbotsen
intersekcielkaar snijden
kaŭrihurken, in elkaar duiken
kompensiĝielkaar opheffen
komunikiĝiin elkaar lopen, in verbinding staan
konfuzmiksidoor elkaar haspelen
kongruicongruent zijn, elkaar dekken
kovri parte unu la alianelkaar overlappen
krevigikraken, uit elkaar doen springen
krucikruisen, over elkaar slaan
krucigikruisen, over elkaar slaan
kruciĝielkaar kruisen, elkaar snijden
kunbatiineenslaan, tegen elkaar klappen
kunfrapiĝitegen elkaar stoten
kungluiaan elkaar lijmen, lijmen
kunskrapibij elkaar scharrelen
malaranĝidoor elkaar gooien, in wanorde brengen
malkombiniuit elkaar nemen
malmiksiuit elkaar halen
malmuntidemonteren, uit elkaar nemen, uiteennemen
malplektiuit elkaar halen
neŭtraligi unu la alianelkaar opheffen
skuegidoor elkaar rammelen
totalebij elkaar, in totaal, totaliter
unu la alianelkaar, elkander, mekaar
aan elkaar gewaagdegalforta
aan elkaar lijmenkunglui
k.t.p.enz.
gooienĵeteti, ĵeti
enfoldigiin een gleuf gooien
ĵetetigooien, opgooien
ĵetigooien, keilen, uitspelen, werpen
ĵeti algooien naar, toegooien, toewerpen
ĵeti sinschieten, zich gooien
malaranĝidoor elkaar gooien, in wanorde brengen
neĝbulimet sneeuwballen gooien
sagĵetipijlen gooien
door elkaar gooienmalaranĝi
gooien naarĵeti al
in een gleuf gooienenfoldigi
met sneeuwballen gooienneĝbuli
pijlen gooiensagĵeti
zich gooienĵeti sin

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
> normala minimuma
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.