lid worden | aligxi, anigxi, filiigxi, membrigxi |
lid | ano, artiko, asociano, asociito, membro, partiano, termo |
akademiano | lid van een geleerd genootschap |
aligxi | lid worden, toetreden, zich aansluiten |
anigi | lid maken |
anigxi | lid worden |
ano | aanhanger, lid, lidmaat |
artiko | geleding, gelid, gewricht, knoop, lid |
asociano | associé, lid, vennoot |
asociito | associé, lid, vennoot |
dojeno | doyen, oudste lid naar anciënniteit |
filiigxi | aangenomen worden, lid worden |
membrigxi | lid worden, toetreden |
membro | lid, lidmaat |
neano | niet-lid |
nemembro | niet-lid |
partiano | aanhanger, lid, partijganger, partijlid |
termo | lid, term |
trinaskito | lid van een drieling |
lid maken | anigi |
lid van een drieling | trinaskito |
lid van een geleerd genootschap | akademiano |
lid worden | aligxi, anigxi, filiigxi, membrigxi |
niet-lid | neano, nemembro |
oudste lid naar anciënniteit | dojeno |
worden | estigxi, farigxi, igxi |
abortigxi | een misboorling worden, niet tot rijpheid komen |
abscesi | tot een abces worden |
acidigxi | verzuren, zuur worden |
aligxi | lid worden, toetreden, zich aansluiten |
aliigxi | anders worden, veranderen |
anigxi | lid worden |
apartigxi | afgezonderd worden |
apostatigxi | afvallen, afvallig worden |
asimiligxi | geassimileerd worden, opgaan |
asociigxi | als associé toedreden, samendoen, vennoot worden |
auxdigxi | gehoord worden |
bareligxi | tonrond worden |
bataltusxi iun | handtastelijk worden |
beligxi | mooi worden |
blindigxi | blind worden |
brunigxi | bruin worden, bruinen, verbranden |
defali | afvallen, afvallig worden, uitvallen |
dikigxi | dik worden, zich verdikken |
distrigxi | afgeleid worden, zich ontspannen, zich verstrooien |
ebriigxi | dronken worden |
edukigxi | opgeleid worden |
efektigxi | bewaarheid worden, uitkomen |
efektivigxi | in vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden |
ekhavi | deelachtig worden, krijgen, verkrijgen |
ellerni | meester worden, onder de knie krijgen |
elrevigxi | teleurgesteld worden |
emociigxi | het te kwaad krijgen, ontroerd worden |
enamigxi | verliefd raken, verliefd worden |
enamigxi al | verliefd worden op |
enamigxi en | verliefd raken op, verliefd worden op |
enkorpigxi | mens worden, opgenomen worden in |
erektigxi | opzwellen, stijf worden, zich oprichten |
esti traktata kiel | behandeld worden als |
estigxi | ontstaan, opkomen, worden |
fandigxi | doorbranden, smelten, versmelten, vloeibaar worden |
farendajxo | iets wat gedaan moet worden |
farigxi | gebeuren, toegaan, voortgang hebben, worden |
filiigxi | aangenomen worden, lid worden |
filtrigxi | door filtratie gezuiverd worden |
frenezigxi | dol worden, gek worden |
furiozigxi | kwaad worden |
grandigxi | groter worden, toenemen |
gravedigxi | in verwachting raken, zwanger raken, zwanger worden |
grizigxi | grijs worden, grijzen, vergrijzen |
horori | door schrik bevangen worden |
igxi | raken, worden |
iluminigxi | verlicht worden |
inkandeski | witgloeiend worden |
interkonsentigxi | het eens worden |
kadukigxi | aftakelen, gebrekkig worden, in verval raken, vervallen |
k.t.p. | enz. |