uittrekken | demeti, destini, ekmarŝi, elmergi, elmigri, elŝiri, plilongigi |
demeti | afdoen, afleggen, afzetten, uitdoen, uitkrijgen, uittrekken |
destini | bestemmen, uittrekken |
ekmarŝi | opmarcheren, oprukken, uitrukken, uittrekken |
elmergi | ophalen, uittrekken |
elmigri | emigreren, uittrekken, uitwijken |
elŝiri | uitrukken, uitscheuren, uittrekken |
plilongigi | doortrekken, rekken, uitleggen, uitrekken, uittrekken, verlengen |