aanhouden | aresti, daŭradi, daŭri, haltigi, insistadi, prokrasti, teni brulanta |
aresti | aanhouden, arresteren, in verzekerde bewaring nemen, inrekenen |
daŭradi | aanhouden |
daŭri | aanhouden, beklijven, duren, standhouden, voortduren |
haltigi | aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten |
insistadi | aanhouden, blijven aandringen |
prokrasti | aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven |
teni brulanta | aanhouden, laten branden |