vertrouwd | familiara, fidinda, hejma, konata |
alkutimiĝi al | vertrouwd raken met |
familiara | familiaar, gemeenzaam, vertrouwd, vertrouwelijk |
fidinda | betrouwbaar, vertrouwd |
hejma | eigen, huiselijk, vertrouwd |
konata | bekend, vertrouwd |
koni bone | goed kennen, vertrouwd zijn met |
kutimiĝi al | vertrouwd raken met, zich gewennen aan |
vertrouwd raken met | alkutimiĝi al, kutimiĝi al |
vertrouwd zijn met | koni bone |