zo goed willen zijn | komplezi |
zo | tiamaniere, tiel, tiumaniere, tuj |
amen | amen, het zij zo |
angilglata | zo glad als een aal |
bonete | zo zo |
bonvolu | alsjeblieft, alstublieft, wees zo goed |
brave | bravo, goed zo |
cxu vere? | is dat zo?, werkelijk? |
kiel eble plej | zo ... mogelijk |
kiel eble plej malmulte | zo min mogelijk |
komplezi | de goedheid hebben, ter wille zijn, zo goed willen zijn |
kvazauxe | bijna, om zo te zeggen |
ne malbone | redelijk wel, zo zo |
plejeble | zo ... mogelijk |
por tiel diri | bij wijze van spreken, om zo te zeggen, zogezegd |
preskaux | bijkans, bijna, haast, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, zowat |
preskaux tute | zo goed als |
preskauxnova | zo goed als nieuw |
same bone | evengoed, net zo goed |
se ne | tenzij, zo niet |
tiamaniere | aldus, dus, in dier voege, op die wijze, zo |
tiel | zo, zodanig, zodoende, zozeer, zus |
tiel ... kiel | zo ... als |
tiel aux alimaniere | zus of zo |
tiel estu | amen, zo zij het |
tio suficxas | zo is genoeg, zo is het welletjes |
tiumaniere | op die manier, op die wijze, zo |
tuj | aanstonds, dadelijk, meteen, op staande voet, schielijk, subiet, zo |
goed zo | brave |
het zij zo | amen |
is dat zo? | cxu vere? |
net zo goed | same bone |
om zo te zeggen | kvazauxe, por tiel diri |
wees zo goed | bonvolu |
zo ... als | tiel ... kiel |
zo ... mogelijk | kiel eble plej, plejeble |
zo glad als een aal | angilglata |
zo goed als | preskaux, preskaux tute |
zo goed als nieuw | preskauxnova |
zo goed willen zijn | komplezi |
zo is genoeg | tio suficxas |
zo is het welletjes | tio suficxas |
zo min mogelijk | kiel eble plej malmulte |
zo niet | se ne |
zo zij het | tiel estu |
zo zo | bonete, ne malbone |
zus of zo | tiel aux alimaniere |
goed | bieno, bona, bone, bono, gxusta, konsentite, korekta, posedajxo, vestoj |
akordi bone kun | het goed kunnen vinden met |
aspektigi bona | goed staan |
bieno | bezitting, boerderij, goed, landgoed |
bona | goed, okay, okee |
bonajxo | een goed ding, iets goeds |
bone | goed, nu goed |
bone sortimentita | goed gesorteerd |
bonfarti | het goed maken, zich goed voelen |
bono | goed, welzijn |
bonulo | goed mens, goeiert |
bonvoli al | een goed hart toedragen, het goed voorhebben met |
bonvolu | alsjeblieft, alstublieft, wees zo goed |
brave | bravo, goed zo |
divenprove | lukraak, op goed geluk |
gxusta | goed, juist, recht |
gxustigi | gelijkzetten, goed zetten, rechtzetten, stellen |
havi bonan famon | goed bekend staan |
havi bonan sxancon por sukcesi | er goed voorstaan |
komplezi | de goedheid hebben, ter wille zijn, zo goed willen zijn |
koni bone | goed kennen, vertrouwd zijn met |
konsentite | afgesproken, akkoord, goed, in orde, OK, okay, okee, top |
korekta | correct, goed, juist |
krediti | crediteren, te goed houden |
moratesto | bewijs van goed gedrag |
moveblajxo | roerend goed |
ne havi bonan rezulton | niet goed uitpakken |
nemoveblajxo | onroerend goed, vastgoed |
posedajxo | bezit, bezitting, eigendom, goed, vermogen |
preskaux | bijkans, bijna, haast, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, zowat |
preskaux tute | zo goed als |
preskauxnova | zo goed als nieuw |
provdivene | op goed geluk |
rebonigi | herstellen, repareren, verhelpen, weer goed maken |
reliefigi | goed doen uitkomen |
same bone | evengoed, net zo goed |
senkolerigxi | weer goed worden |
sukcese | met goed gevolg |
sukcesi bone | goed uitvallen |
trafe maltrafe | in het wilde weg, lukraak, op goed geluk |
vestoj | goed, kleding, kleren |
bewijs van goed gedrag | moratesto |
een goed ding | bonajxo |
een goed hart toedragen | bonvoli al |
er goed voorstaan | havi bonan sxancon por sukcesi |
goed bekend staan | havi bonan famon |
goed doen uitkomen | reliefigi |
goed gesorteerd | bone sortimentita |
goed kennen | koni bone |
goed mens | bonulo |
goed staan | aspektigi bona |
k.t.p. | enz. |
willen | voli |
esti necedema | van geen toegeven willen weten |
komplezi | de goedheid hebben, ter wille zijn, zo goed willen zijn |
pli sxati | liever willen, prefereren |
voli | willen |
liever willen | pli sxati |
van geen toegeven willen weten | esti necedema |
zo goed willen zijn | komplezi |
zijn | ekzisto, ento, estado, esti, gxia, lia, liaj, sia, siaj |
aboni | geabonneerd zijn op |
abundi | in overvloed aanwezig zijn |
agi | ageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan |
agordigxi | gelijkluidend zijn |
aklami | bij acclamatie benoemen, toejuichen, zijn bijval betuigen |
akordi | het eens zijn, overeenstemmen, samengaan |
alcentrigi siajn pensojn | zijn gedachten verzamelen |
alesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
alproksimigxi | in aantocht zijn, naderen |
ambicii | eerzuchtig zijn |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
amuzigxadi | aan de boemel zijn, boemelen |
angle | in het Engels, op zijn Engels |
antauxvidi | bedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien |
apudesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
arabe | in het Arabisch, op zijn Arabisch |
aroganti | een hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken |
avari | karig zijn met, zuinig zijn met |
bazigxi | gebaseerd zijn, steunen |
boli | borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden |
bonvoli | gelieven, welwillend zijn |
bonvoli al iu | iemand goedgezind zijn |
centope | met zijn honderden |
cirkuli | circuleren, in omloop zijn, rondgaan, rouleren |
cxeesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen |
dangxeri | gevaarlijk zijn |
dekadenci | aan lager wal raken, in verval zijn, zinken |
dekope | met zijn tienen |
demisii | aftreden, demissionair zijn |
dependi | afhangen, afhankelijk zijn, deel uitmaken |
dependi de | afhangen van, afhankelijk zijn van |
deveni | afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen |
deveni de | afkomstig zijn van, stammen uit, stammen van |
devojigxi de sia rolo | uit zijn rol vallen |
dibocxi | aan de rol zijn, boemelen, brassen, slempen, uitspatten |
diri sian opinion pri | zich uitspreken over, zijn mening geven over |
disstari | gescheiden zijn |
dormemi | slaap hebben, slaperig zijn |
drinkadi | aan de drank zijn, drinken |
drivi | afdrijven, drijven, op drift zijn |
duope | getweeën, met zijn tweeën, onder vier ogen |
ebli | mogelijk zijn |
egali | evenaren, gelijk zijn aan |
eklogxi | intrekken, zijn intrek nemen, zijn tenten opslaan |
eksproprigi | uit zijn eigendom ontzetten |
ekstazi | in extase verkeren, in extase zijn |
ektusi | zijn keel schrapen |
ekvicii | uit zijn bezit ontzetten |
ekvilibri | in evenwicht verkeren, in evenwicht zijn |
ekzisto | bestaan, zijn |
k.t.p. | enz. |