voet bij stuk houden | persisti |
voet | futo, piedo |
akiri influon | vaste voet krijgen |
futo | voet |
iri piede | belopen, te voet gaan |
kontrauxagi | de voet dwars zetten, tegengaan, tegenwerken |
laux egaleco | op voet van gelijkheid |
persisti | doorbijten, doorzetten, voet bij stuk houden, volharden, volhouden |
piede | te voet |
piediri | gaan, lopen, te voet gaan |
piedo | poot, voet |
piedpasi | te voet oversteken |
piedpremi | aanstampen, onder de voet lopen, vertrappen |
rilati amike kun | op goede voet staan met |
sekvi senpere | op de voet volgen |
tuj | aanstonds, dadelijk, meteen, op staande voet, schielijk, subiet, zo |
vivi lukse | op grote voet leven |
de voet dwars zetten | kontrauxagi |
onder de voet lopen | piedpremi |
op de voet volgen | sekvi senpere |
op goede voet staan met | rilati amike kun |
op grote voet leven | vivi lukse |
op staande voet | tuj |
op voet van gelijkheid | laux egaleco |
te voet | piede |
te voet gaan | iri piede, piediri |
te voet oversteken | piedpasi |
vaste voet krijgen | akiri influon |
voet bij stuk houden | persisti |
bij | abelo, al, apud, cxe, po |
abelo | bij, honingbij |
aklame | bij acclamatie |
aklami | bij acclamatie benoemen, toejuichen, zijn bijval betuigen |
akusxigi | verlossen, verlossen bij bevalling |
al | aan, bij, naar, tegen, tot, voor |
aldoni al | toevoegen aan, voegen bij |
alesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
aligxi al | zich aanmelden voor, zich voegen bij |
alproksimigi | dicht bij elkaar brengen |
amase | bij hopen, bij massa's |
anticipe | alvast, bij voorbaat, op voorhand |
aparteni al | ressorteren onder, thuishoren bij |
aproksimi | bij benadering opgeven |
apud | aan, bij, dichtbij, naast, nabij |
apudesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij |
auxkcii | bij opbod verkopen, veilen |
busxe de | bij monde van |
cxe | aan, bij, ten huize van |
cxe ni | bij ons, te onzent |
cxe sxi | bij haar, ten harent |
cxe vi | bij u, te uwent |
cxeesti | aanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen |
cxemane | bij de hand |
cxiokaze | bij deze gelegenheid |
damo | dam, jonkvrouw, lady, vrouw, vrouw bij kaart- en damspel, vrouwe |
dauxre | aldoor, bij voortduring, permanent, voortdurend |
de tempo al tempo | af en toe, bij tijd en wijlen, bij wijlen, nu en dan, van tijd tot tijd |
dumnokte | 's nachts, bij nacht |
ekkonscii pri | stilstaan bij |
ekzemple | bij voorbeeld, bijvoorbeeld |
elfavorigxi cxe | het verkerven bij |
elstare | bij uitstek |
eniri cxe | aangaan bij |
erare | abusievelijk, bij vergissing, per abuis, verkeerd |
escepte | behalve, bij uitzondering, buiten, op ... na, uitgezonderd |
esceptokaze | bij uitzondering |
eventuale | bij voorkomende gelegenheden, eventueel, mogelijkerwijs |
fantomo | blinde, blinde bij kaarspel, geest, schim, spook |
flanka | bij-, minder belangrijk, ver, zij-, zijdelings |
foreste | bij verstek |
grandamasa | bij de vleet |
havi intereson pri | belang hebben bij |
havi proksime | bij de hand hebben |
hazarde | bij toeval, toevallig, toevalligerwijze |
honorviziti | zijn opwachting maken bij |
iluzii | begoochelen, illusies wekken bij |
imperiumo | heerschappij, hoogste macht bij de Romeinen |
intermite | bij tussenpozen, met tussenpozen |
je pli detala rigardado | bij nader inzien |
kalendo | eerste dag van de maand bij de Romeinen |
k.t.p. | enz. |
stuk | akto, artikolo, belulino, briko, difekta, difektita, dokumento, fragmento, muzikajxo, parto, rompita, seksalogulino, teatrajxo |
akto | acte, akte, bedrijf, dokument, stuk |
artikolo | artikel, bijdrage, lidwoord, opstel, stuk, verhandeling |
belulino | schone, schone vrouw, schoonheid, stuk |
briko | baksteen, bouwsteen, klinker, steen, stuk, tichel |
bruto | beest, bruut, stuk vee |
cxirkauxbarita kulturejo | omheind stuk land |
difekta | defect, kapot, stuk |
difektita | defect, gehavend, kaduuk, kapot, stuk |
dokumento | akte, bescheid, document, papier, schriftuur, stuk |
flikajxo | ingezet stuk, lap, lapwerk, opgezet stuk, stop, verstelgoed |
fragmento | brok, fragment, stuk |
konfuzi | dooreenhalen, van zijn stuk brengen, verwarren, verwisselen |
konfuzigxi | dooreenlopen, in verwarring raken, van zijn stuk raken |
ludilo | speelbal, speeltuig, stuk speelgoed |
malaltkreska | klein van stuk |
malfunkciigxi | haperen, stuk gaan, uitvallen |
muzikajxo | muziekstuk, stuk |
parto | deel, gedeelte, onderdeel, stuk |
persisti | doorbijten, doorzetten, voet bij stuk houden, volharden, volhouden |
persisti cxe sia opinio | op zijn stuk staan |
plenharmonia | uit één stuk |
po unu | stuk voor stuk, stuksgewijs |
popece | bij stukje en beetje, per stuk |
proksimume | circa, een stuk of, ongeveer, plusminus |
rilate al | betreffende, in verband met, op het stuk van, ten opzichte van |
rompita | gebroken, kapot, stuk |
seksalogulino | stoot, stuk |
seninterrompe | aan één stuk door, aaneen, in één ruk, ononderbroken |
teatrajxo | stuk, toneelstuk |
aan één stuk door | seninterrompe |
een stuk of | proksimume |
ingezet stuk | flikajxo |
klein van stuk | malaltkreska |
omheind stuk land | cxirkauxbarita kulturejo |
op het stuk van | rilate al |
op zijn stuk staan | persisti cxe sia opinio |
opgezet stuk | flikajxo |
per stuk | popece |
stuk gaan | malfunkciigxi |
stuk speelgoed | ludilo |
stuk vee | bruto |
stuk voor stuk | po unu |
uit één stuk | plenharmonia |
van zijn stuk brengen | konfuzi |
van zijn stuk raken | konfuzigxi |
voet bij stuk houden | persisti |
houden | enteni, okazigi, teni |
amegi | dol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van |
ameti | houden van, mogen |
ami | beminnen, houden van, liefhebben |
atenti pri | aandacht schenken aan, rekening houden met |
bridi | bedwingen, beteugelen, betomen, in toom houden, intomen |
dialogi | een samenspraak houden |
diferencigi | onderscheid maken, uit elkaar houden |
direkti sin laux | zich houden aan |
enketi | een enquête houden |
enteni | bevatten, houden, inhouden, vervatten |
esti meze inter | het midden houden tussen |
fari paroladon | een speech houden, speechen |
festeni | een feestmaal houden |
havi inklinon por | een zwak hebben voor, houden van |
inspekti | inspecteren, inspectie houden, schouwen, visiteren |
iri sampasxe kun | gelijke tred houden met |
klimatizi | op gematigde temperatuur houden |
konformigxi al | zich houden aan |
konsideri | beschouwen, nagaan, overwegen, rekening houden met |
konsiligxi | beraadslagen, confereren, ruggespraak houden |
kredi | geloven, houden voor, menen |
krediti | crediteren, te goed houden |
kvesti | collecte houden |
longdauxrigi | slepende houden |
malebligi ekdormi | uit de slaap houden |
memorkonservi | in gedachten houden |
mistifi | foppen, voor de mal houden |
ne cedi | geen krimp geven, stand houden |
observadi | in het oog houden, op de uitkijk staan |
okazigi | beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven |
okupi | bekleden, beslaan, bezetten, bezig houden, in beslag nemen |
oratori | een redevoering houden |
paroladi | een rede houden, oreren |
persisti | doorbijten, doorzetten, voet bij stuk houden, volharden, volhouden |
prelegi | een lezing houden, een spreekbeurt houden |
restadi | plakken, resideren, verblijf houden, vertoeven, verwijlen, wijlen |
resti senpromesa | zich op de vlakte houden |
rigardi kiel | houden voor, verslijten voor, zien als |
rilati al | betrekking hebben op, verband houden met, zich verhouden tot |
sekretigi | geheim houden |
silenti | stilzwijgen, zich stilhouden, zijn mond houden, zwijgen |
spekulativi | bespiegelingen houden |
sxajnigi sin stultulo | zich van de domme houden |
sxajnigi sin surda | zich doof houden |
sxati | hechten aan, houden van, mogen, waarderen |
sxati pli | liever hebben, meer houden van, prefereren |
sxatinda | waard om van te houden |
teni | bijhouden, houden, vasthouden |
teni al bapto | ten doop houden |
teni sekreta | geheim houden, verheimelijken |
k.t.p. | enz. |