NL/EO vortaro

Averto: via krozilo ne akceptis la kuketon! Via prefero ne konservitas!
Vorto:
Serĉis por "verstek laten gaan". La serĉado daŭris 0,019 sekundojn kaj produktis 117 rezultojn:
verstek laten gaanforesti
verstekforesto, kontumaco
forestebij verstek
forestiabsent zijn, afwezig zijn, ontbreken, verstek laten gaan
forestoabsentie, afwezigheid, mangel, uitstedigheid, verstek, verzuim
geriin verstek zagen
gerohoekverbinding in verstek
kontumacaverstek latende gaan
kontumacebij verstek
kontumacoverstek
bij verstekforeste, kontumace
hoekverbinding in verstekgero
in verstek zagengeri
verstek laten gaanforesti
verstek latende gaankontumaca
latenigi, lasi, nefari
alportigilaten brengen, laten komen
alternigilaten afwisselen
aperigilaten verschijnen, opduikelen, te voorschijn halen
asonancilaten eindigen met een halfrijm
aŭdigilaten horen, ten beste geven, ten gehore brengen
balancibalanceren, doen schommelen, laten balanceren, wiegelen
cirkuligidoorgeven, in omloop brengen, laten rondgaan
desfilidekking laten zoeken
eksplodigilaten ontploffen, laten springen, opblazen
elirigiafzetten, laten uitstappen
embuskigiin een hinderlaag laten lopen
enkaptiin een val laten lopen
farigilaten maken
fiaskigidoen falen, laten mislukken, verijdelen
fieri prozich laten voorstaan op
flosigilaten drijven, per vlot vervoeren
forestiabsent zijn, afwezig zijn, ontbreken, verstek laten gaan
forkondukiafleiden, laten afvloeien, wegleiden, wegvoeren
forlasiin de steek laten, laten varen, verlaten
furzieen wind laten
geigilaten paren
gutigilaten druppelen
igidoen, laten, laten doen, maken
indulgiontzien, sparen, toegeeflijk zijn voor, zich laten vermurwen
infuziaftrekken, laten trekken, zetten
konjektigilaten doorschemeren
kraketigilaten knakken
kreskigidoen groeien, laten groeien
lanĉilanceren, ontketenen, uitschrijven, van stapel laten lopen
lasilaten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten
lasilaten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten
lasilaten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten
lasi diskuŝi senordelaten slingeren
lasi en embarasoin de steek laten
lasi enirilaten binnenkomen, toelaten
lasi nedeciditain het midden laten
lasi sin kaptierin trappen, zich laten vangen
lasi trankvilamet rust laten, ongemoeid laten
lasi trankvilamet rust laten, ongemoeid laten
malaperigidieven, laten verdwijnen, wegmaken
malhisilaten zakken, neerhalen, strijken
mallevilaten zakken, neerlaten, strijken, vellen
malseveriĝiverslappen, zich laten vermurwen
malsuprenigiaflaten, laten zakken, neerhalen
manifestilaten blijken, manifesteren
mankigiachterwege laten, weglaten
montrilaten zien, tentoonspreiden, tonen, uitwijzen, vertonen, wijzen
ne estingiaanlaten, laten branden
ne ĝenimet rust laten, niet hinderen, ongemoeid laten
ne menciiniet noemen, onvermeld laten
k.t.p.enz.
gaanirado, iri, piediri, soni, veturi
agiageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan
albordiĝiaan land gaan, landen
alikuŝiĝigaan verliggen
aliriaanpakken, gaan naar, genaken, naderen
altabliĝiaan tafel gaan, gaan aanzitten
alteriĝiaan land gaan, aanlanden, landen
amblide telgang gaan
ankriverankeren, voor anker gaan
antaŭenirivoorwaarts gaan
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
ascendinaar boven gaan
bankrotibankroet gaan, failleren, failliet gaan, mislukken
bruegikabaal maken, te keer gaan
bruiaangaan, denderen, rommelen, rumoeren, te keer gaan
ĉetabligiaan tafel gaan
daŭrigidoorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten
descendiafdalen, naar beneden gaan
difektiĝikapot gaan, onklaar raken, stukgaan
disventiĝiverloren gaan
droniverdrinken, vergaan, verloren gaan
efektiviĝiin vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden
ekdormiin slaap vallen, inslapen, onder zeil gaan
ekferiiop vakantie gaan
ekforkuriaan de haal gaan
ekiriop weg gaan, opstappen, tijgen, weggaan
ekkuŝigaan liggen, zich neerleggen, zich uitstrekken
ekkuŝiĝigaan liggen, zich uitstrekken
ekplorigaan huilen, in tranen uitbarsten
eksidigaan zitten, plaatsnemen, zich zetten
ekstarigaan staan, opstaan
ekvelionder zeil gaan
ekvojaĝiafreizen, op reis gaan
ekvojiriop pad gaan
elŝipiĝivan boord gaan
emeritiĝiaftreden, met pensioen gaan
enakviĝite water gaan
endormiĝigaan slapen
enlitiĝigaan slapen, naar bed gaan, zich ter ruste begeven
enŝipiĝiaan boord gaan, scheep gaan
enviciĝiaantreden, in de rij gaan staan
esti akompanata degepaard gaan met
esti multe priparolataover de tong gaan
esti neriproĉeblavrijuit gaan
esti pensiatamet pensioen gaan
esti premata degebukt gaan onder
esti protokolataop de bon gaan
evitimijden, ontwijken, uit de weg gaan, vermijden
fari lokon aluit de weg gaan voor
fieri pribogen op, prat gaan op, zich beroemen op, zich verheffen op
fluktuifluctueren, op en neer gaan, schommelen
k.t.p.enz.

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
> normala minimuma
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.