NL/EO vortaro

Averto: via krozilo ne akceptis la kuketon! Via prefero ne konservitas!
Vorto:
Serĉis por "op zich nemen". La serĉado daŭris 0,046 sekundojn kaj produktis 154 rezultojn:
op zich nemenpreni sur sin
opeksterlita, elĉerpita, ellitiĝinta, elspezita, eluzita, formanĝinta, foruzita, je, leviĝinta, pro, supren, sur
abataop een abt betrekking hebbend
abonigeabonneerd zijn op
aĉeti aŭkciemijnen, op een veiling kopen
aĉeti krediteop krediet kopen, poffen
aĉeti partpageop afbetaling kopen
agoniiop sterven liggen, zieltogen
akcentiaccentueren, beklemtonen, de klemtoon leggen op
akcidentemaeen grotere kans op ongelukken lopend
aktualemomenteel, op het ogenblik, tegenwoordig, thans
aldoneextra, op de koop toe
alifojeeen andere keer, op een andere keer
alimaniereanders, op een andere manier
alkroĉi la ricevilonde telefoon op de haak leggen
alkutimiĝi al la laboroop dreef komen
alvenontaop handen
amegidol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van
anglein het Engels, op zijn Engels
antaŭĝoji prizich verheugen op
antaŭvidibedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien
anticipealvast, bij voorbaat, op voorhand
anticipianticiperen, prejudiciren, vooruitlopen, vooruitlopen op
antropoidaop een mens gelijkend
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
apelacii aleen beroep doen op
apogeizich op het toppunt bevindend
apogi sin sursteunen op, zich beroepen op
aposterioraa posteriori, op feiten gebaseerd
aprioraa priori, op theorie gebaseerd
arabein het Arabisch, op zijn Arabisch
atenciaanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan
atentiacht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op
atentiacht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op
atentigiattenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op
atentigi iun priiemands aandacht vestigen op
atentigi priattenderen op, attent maken op, naar voren brengen
aventureop de bonnefooi
aventuremaavontuurlijk, op avontuur belust
avidiazen op, begeren, dorsten naar
baze deop basis van
Bergen op ZoomBergen op Zoom
bicikleop de fiets, per fiets
bobeniop een klos winden, opwinden, spoelen, winden
boliborrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden
Broek op LangedijkBroek op Langedijk
buŝosurbuŝa spirigomond-op-mondbeademing
celibedoelen, beogen, mikken, mikken op, rooien, ten doel hebben
celi aldoelen op, duiden op
certagradetot op zekere hoogte
certgradetot op zekere hoogte
ĉasibejagen, jacht maken op, jagen
k.t.p.enz.
zichsi, sin
abnegaciiabnegeren, zich versterven, zichzelf verloochenen
abstinizich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van
abstinizich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van
adaptiĝizich aanpassen, zich schikken
adaptiĝi alzich aanpassen aan, zich voegen naar
admiri gapezich vergapen aan
adoptiaannemen, adopteren, zich eigen maken
afektizich aanstellen, zich voordoen
afliktiĝibedroefd raken, zich bedroeven
akiri meritojn prizich verdienstelijk maken voor
akomodiĝizich aanpassen
alianciĝieen verbond aangaan, zich verbinden
aliĝilid worden, toetreden, zich aansluiten
aliĝi alzich aanmelden voor, zich voegen bij
alkonformiĝizich aanpassen
alkroĉiĝiblijven haken, zich vastgrijpen, zich vastklampen
alkroĉiĝi alaanklampen, zich vastklampen aan
alkutimiĝizich gewennen aan
alproprigi al siin de wacht slepen, zich toeigenen
alteniĝizich vastklemmen
altiri sur sinzich aanhalen
altrudizich opdringen
amasiĝikruien, samenrotten, samenscholen, te hoop lopen, zich ophopen
amuziĝizich amuseren, zich vermaken, zich vermeien
amuziĝizich amuseren, zich vermaken, zich vermeien
amuziĝi prizich vrolijk maken over
anonci sinzich aanmelden, zich melden
antaŭĝojizich verheugen
antaŭĝoji prizich verheugen op
apogeizich op het toppunt bevindend
apogi sin sursteunen op, zich beroepen op
aranĝi sinzich installeren
ariĝisamenkomen, samenrotten, samenscholen, zich groeperen
arogizich aanmatigen, zich verhovaardigen
arogi al sizich aanmatigen, zich verstouten
arogi al si la funkcion dezich opwerpen als
asimiliassimileren, in zich opnemen
asketumizich ontberingen getroosten
atenciaanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan
aŭdaciwagen, zich vermetelen
aŭdigi sinzich roeren, zich verstaanbaar maken
baniĝibaden, een bad nemen, zich baden
baraktispartelen, worstelen, zich aftobben
bonfartihet goed maken, zich goed voelen
bonvoli moŝtezich verwaardigen
boparencizich door een huwelijk verbinden
cerbumipiekeren, zich het hoofd breken
certigi sin prizich vergewissen van
certiĝi prizich verzekeren van
ĉagreni sinzich ergeren
k.t.p.enz.
nemenpreni
absorbiabsorberen, in beslag nemen, opslorpen
adiaŭiafscheid nemen, afscheid nemen van, vaarwel zeggen
arestiaanhouden, arresteren, in verzekerde bewaring nemen, inrekenen
bani sinbaden, een bad nemen
baniĝibaden, een bad nemen, zich baden
deklari sin kontraŭstelling nemen tegen
dekroĉi la ricevilonde telefoon van de haak nemen
dungiaannemen, aanwerven, huren, in dienst nemen, tewerkstellen
duŝidouchen, een douche nemen
ekabonieen abonnement nemen, intekenen op, zich abonneren op
ekibeginnen, een aanvang nemen
ekloĝiintrekken, zijn intrek nemen, zijn tenten opslaan
ekpafi alonder vuur nemen
ekposedibezit nemen van
ekstudiin studie nemen
ekuziin gebruik nemen
elkursigiuit de circulatie nemen, uit de koers slaan
elpaŝinaar buiten komen, optreden, stelling nemen, uitkomen
enflari tabakoneen snuifje nemen
engaĝibetrekken, engageren, in dienst nemen
enloĝiĝizich inrichten, zijn intrek nemen
enspacibeslaan, in beslag nemen
fari konfidencon alin vertrouwen nemen
forpreni el la servouit de vaart nemen
fuĝide vlucht nemen, vleden, vluchten
furorieen hoge vlucht nemen, furore maken, in trek zijn, opgang maken
hipotekieen hypotheek nemen op, met een hypotheek belasten
indigni priaanstoot nemen aan
informiĝi prikennis nemen van, navraag doen naar
iniciatide stoot geven tot, het initiatief nemen tot
konfiskiconfisqueren, in beslag nemen, konfiskeren, verbeurd verklaren
kontentiĝi prigenoegen nemen met
kursvingiĝieen aanloop nemen
malkombiniuit elkaar nemen
malmuntidemonteren, uit elkaar nemen, uiteennemen
misdecidieen verkeerde beslissing nemen, fout beslissen
moktrompite pakken nemen
ofendiĝiaanstoot nemen, gekwetst worden, zich beledigd voelen
ofendiĝi proaanstoot nemen aan
okupibekleden, beslaan, bezetten, bezig houden, in beslag nemen
patentigipatent nemen op, patenteren
permesi al side vrijheid nemen
preniaanvatten, nemen, oprapen, pakken, vatten
preni je trenŝnuroop sleeptouw nemen
preni la riskonhet erop wagen, het risico nemen
preni seriozeserieus nemen, voor vol aanzien
preni sur sinop zich nemen
respondeci pride verantwoordelijkheid op zich nemen voor
soldatiĝidienst nemen, onder de wapenen komen, soldaat worden
surŝultrigiop de schouders nemen, schouderen
k.t.p.enz.

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
normala > minimala
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.