NL/EO vortaro

Averto: via krozilo ne akceptis la kuketon! Via prefero ne konservitas!
Vorto:
Serĉis por "op reis gaan". La serĉado daŭris 0,035 sekundojn kaj produktis 109 rezultojn:
op reis gaanekvojaĝi, forvojaĝi
opeksterlita, elĉerpita, ellitiĝinta, elspezita, eluzita, formanĝinta, foruzita, je, leviĝinta, pro, supren, sur
abataop een abt betrekking hebbend
abonigeabonneerd zijn op
aĉeti aŭkciemijnen, op een veiling kopen
aĉeti krediteop krediet kopen, poffen
aĉeti partpageop afbetaling kopen
agoniiop sterven liggen, zieltogen
akcentiaccentueren, beklemtonen, de klemtoon leggen op
akcidentemaeen grotere kans op ongelukken lopend
aktualemomenteel, op het ogenblik, tegenwoordig, thans
aldoneextra, op de koop toe
alifojeeen andere keer, op een andere keer
alimaniereanders, op een andere manier
alkroĉi la ricevilonde telefoon op de haak leggen
alkutimiĝi al la laboroop dreef komen
alvenontaop handen
amegidol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van
anglein het Engels, op zijn Engels
antaŭĝoji prizich verheugen op
antaŭvidibedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien
anticipealvast, bij voorbaat, op voorhand
anticipianticiperen, prejudiciren, vooruitlopen, vooruitlopen op
antropoidaop een mens gelijkend
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
apelacii aleen beroep doen op
apogeizich op het toppunt bevindend
apogi sin sursteunen op, zich beroepen op
aposterioraa posteriori, op feiten gebaseerd
aprioraa priori, op theorie gebaseerd
arabein het Arabisch, op zijn Arabisch
atenciaanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan
atentiacht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op
atentiacht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op
atentigiattenderen, attent maken, een wenk geven, opmerkzaam maken op
atentigi iun priiemands aandacht vestigen op
atentigi priattenderen op, attent maken op, naar voren brengen
aventureop de bonnefooi
aventuremaavontuurlijk, op avontuur belust
avidiazen op, begeren, dorsten naar
baze deop basis van
Bergen op ZoomBergen op Zoom
bicikleop de fiets, per fiets
bobeniop een klos winden, opwinden, spoelen, winden
boliborrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden
Broek op LangedijkBroek op Langedijk
buŝosurbuŝa spirigomond-op-mondbeademing
celibedoelen, beogen, mikken, mikken op, rooien, ten doel hebben
celi aldoelen op, duiden op
certagradetot op zekere hoogte
certgradetot op zekere hoogte
ĉasibejagen, jacht maken op, jagen
k.t.p.enz.
reisrejso, vojaĝo
ekvojaĝiafreizen, op reis gaan
forvojaĝiafreizen, op reis gaan
rejsoreis
vojaĝoreis, tocht, toer, trip
op reis gaanekvojaĝi, forvojaĝi
gaanirado, iri, piediri, soni, veturi
agiageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan
albordiĝiaan land gaan, landen
alikuŝiĝigaan verliggen
aliriaanpakken, gaan naar, genaken, naderen
altabliĝiaan tafel gaan, gaan aanzitten
alteriĝiaan land gaan, aanlanden, landen
amblide telgang gaan
ankriverankeren, voor anker gaan
antaŭenirivoorwaarts gaan
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
ascendinaar boven gaan
bankrotibankroet gaan, failleren, failliet gaan, mislukken
bruegikabaal maken, te keer gaan
bruiaangaan, denderen, rommelen, rumoeren, te keer gaan
ĉetabligiaan tafel gaan
daŭrigidoorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten
descendiafdalen, naar beneden gaan
difektiĝikapot gaan, onklaar raken, stukgaan
disventiĝiverloren gaan
droniverdrinken, vergaan, verloren gaan
efektiviĝiin vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden
ekdormiin slaap vallen, inslapen, onder zeil gaan
ekferiiop vakantie gaan
ekforkuriaan de haal gaan
ekiriop weg gaan, opstappen, tijgen, weggaan
ekkuŝigaan liggen, zich neerleggen, zich uitstrekken
ekkuŝiĝigaan liggen, zich uitstrekken
ekplorigaan huilen, in tranen uitbarsten
eksidigaan zitten, plaatsnemen, zich zetten
ekstarigaan staan, opstaan
ekvelionder zeil gaan
ekvojaĝiafreizen, op reis gaan
ekvojiriop pad gaan
elŝipiĝivan boord gaan
emeritiĝiaftreden, met pensioen gaan
enakviĝite water gaan
endormiĝigaan slapen
enlitiĝigaan slapen, naar bed gaan, zich ter ruste begeven
enŝipiĝiaan boord gaan, scheep gaan
enviciĝiaantreden, in de rij gaan staan
esti akompanata degepaard gaan met
esti multe priparolataover de tong gaan
esti neriproĉeblavrijuit gaan
esti pensiatamet pensioen gaan
esti premata degebukt gaan onder
esti protokolataop de bon gaan
evitimijden, ontwijken, uit de weg gaan, vermijden
fari lokon aluit de weg gaan voor
fieri pribogen op, prat gaan op, zich beroemen op, zich verheffen op
fluktuifluctueren, op en neer gaan, schommelen
k.t.p.enz.

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
normala > minimala
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.