NL/EO vortaro

Averto: via krozilo ne akceptis la kuketon! Via prefero ne konservitas!
Vorto:
Serĉis por "in elkaar passen". La serĉado daŭris 0,038 sekundojn kaj produktis 121 rezultojn:
in elkaar passenenadaptiĝi ĝuste
inen
absorbiabsorberen, in beslag nemen, opslorpen
absorbita deopgaand in, verdiept in, verzonken in
absorbita deopgaand in, verdiept in, verzonken in
abstraktein abstracto
abundein overvloed, rijkelijk, ruimschoots, volop
abundiin overvloed aanwezig zijn
agoniantopersoon die in doodsstrijd ligt
agordiin een stemming brengen, stemmen
akorda kunin overeenstemming met
akordigiin overeenstemming brengen, rijmen, tot overeenstemming brengen
akuzativigiin de vierde naamval zetten
alilandein het buitenland
alproksimiĝiin aantocht zijn, naderen
alproprigi al siin de wacht slepen, zich toeigenen
altende hoogte in
altgradehooglijk, in hoge mate
aludein bedekte termen
amasfabrikiin grote hoeveelheden fabriceren
amikein der minne, vriendschappelijk
anaglifain demi-relif uitgevoerd
anatemiexcommuniceren, in de ban doen
anglein het Engels, op zijn Engels
anservicein ganzenpas
anstataŭin plaats van, in stede van
anstataŭein plaats daarvan
anstataŭigiin de plaats stellen van, inboeten, vervangen
antaŭ ĉioin het bijzonder, inzonderheid, vooral
antaŭtagmezein de morgen, voor de middag
antaŭtimiin de piepzak zitten
antaŭvidigiin het vooruitzicht stellen
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
aperceptoopneming in het bewustzijn, waarneming
aplikiaanwenden, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen
apudedaarnaast, ernaast, hiernaast, in de nabijheid
arabein het Arabisch, op zijn Arabisch
aranĝi per interkonsentoin der minne schikken
aranĝiĝiin orde komen, terechtkomen
ardiblaken, gloeien, in gloed staan
ardiĝiin gloed geraken, opgloeien
arestiaanhouden, arresteren, in verzekerde bewaring nemen, inrekenen
arogantieen hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken
asimiliassimileren, in zich opnemen
asimiliĝi alopgaan in
asociiassociren, in een genootschap samenbrengen, verbinden
atendantein afwachting van
atrofiĝiin een toestand van atrofie verkeren
avanciavanceren, in rang opklimmen, oprukken, overgaan, promotie maken
banibaden, in bad doen, wassen
barokabarok-, in barokstijl
birdoperspektivein vogelvlucht
k.t.p.enz.
elkaarunu la alian
adherielkaar aantrekken
alproksimigidicht bij elkaar brengen
alternialterneren, elkaar afwisselen
dekrepitohet uit elkaar springen van kristallen
diferencigionderscheid maken, uit elkaar houden
displektiuit elkaar halen
dissaltiuit elkaar springen, uiteenspatten, uiteenspringen
egalfortaaan elkaar gewaagd
enadaptiĝi ĝustein elkaar passen, ineenpassen
endentiĝiin elkaar grijpen
faraĉiin elkaar flansen, uitspoken
flankon ĉe flankonaast elkaar
fuŝfariin elkaar flansen
inter sionder elkaar, onderling
interakordielkaar verdragen
interbatalibakkeleien, met elkaar vechten, plukharen
interfrapiĝitegen elkaar stoten
interkompensiĝitegen elkaar wegvallen
interkompreniĝielkaar begrijpen
interkovriĝi parteelkaar overlappen
interligiaan elkaar vastmaken, verbinden
intermiksimet elkaar verwarren, verwarren, verwisselen
interpremiĝielkaar verdringen
interpuŝiĝitegen elkaar aanbotsen
intersekcielkaar snijden
kaŭrihurken, in elkaar duiken
kompensiĝielkaar opheffen
komunikiĝiin elkaar lopen, in verbinding staan
konfuzmiksidoor elkaar haspelen
kongruicongruent zijn, elkaar dekken
kovri parte unu la alianelkaar overlappen
krevigikraken, uit elkaar doen springen
krucikruisen, over elkaar slaan
krucigikruisen, over elkaar slaan
kruciĝielkaar kruisen, elkaar snijden
kunbatiineenslaan, tegen elkaar klappen
kunfrapiĝitegen elkaar stoten
kungluiaan elkaar lijmen, lijmen
kunskrapibij elkaar scharrelen
malaranĝidoor elkaar gooien, in wanorde brengen
malkombiniuit elkaar nemen
malmiksiuit elkaar halen
malmuntidemonteren, uit elkaar nemen, uiteennemen
malplektiuit elkaar halen
neŭtraligi unu la alianelkaar opheffen
skuegidoor elkaar rammelen
totalebij elkaar, in totaal, totaliter
unu la alianelkaar, elkander, mekaar
aan elkaar gewaagdegalforta
aan elkaar lijmenkunglui
k.t.p.enz.
passendeci, esti laŭmezura, fari ĉeson, konformi, konveni, provi, sidi bone, surprovi, vesti prove
atentiacht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op
decibehoren, betamen, horen, passen, voegen
enadaptiĝi ĝustein elkaar passen, ineenpassen
esti laŭmezurapassen
esti singardaop zijn qui-vive zijn, op zijn tellen passen, voorzichtig zijn
fari ĉesonpassen
konformiin overeenstemming zijn, passen
konvenibetamem, gelegen komen, passen, schikken, uitkomen, voegen
proviaanpassen, beproeven, passen, proberen, toetsen, uitproberen
sidi bonepassen
surproviaanpassen, passen
vesti proveaanpassen, passen
zorgi porpassen op, zorgen voor
zorgi propassen op
in elkaar passenenadaptiĝi ĝuste
op zijn tellen passenesti singarda
passen opatenti, zorgi por, zorgi pro

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
normala > minimala
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.