aanpassen | adapti, akomodi, alarangxi, konformigi, provi, surprovi, vesti prove |
adapti | aanpassen, adapteren, afstemmen, bewerken, schikken |
adaptigxi | zich aanpassen, zich schikken |
adaptigxi al | zich aanpassen aan, zich voegen naar |
akomodi | aanpassen, accommoderen |
akomodigxi | zich aanpassen |
alarangxi | aanpassen |
alkonformigxi | zich aanpassen |
konformigi | aanpassen, afstemmen, in overeenstemming brengen, rijmen |
konformigxi | zich aanpassen |
provi | aanpassen, beproeven, passen, proberen, toetsen, uitproberen |
surprovi | aanpassen, passen |
vesti prove | aanpassen, passen |
zich aanpassen | adaptigxi, akomodigxi, alkonformigxi, konformigxi |
zich aanpassen aan | adaptigxi al |