NL/EO vortaro

Vorto:
Serĉis por "zich laten leiden". La serĉado daŭris 0,042 sekundojn kaj produktis 121 rezultojn:
zich laten leidensingvidi
zichsi, sin
abnegaciiabnegeren, zich versterven, zichzelf verloochenen
abstinizich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van
abstinizich abstineren, zich onthouden, zich onthouden van
adaptiĝizich aanpassen, zich schikken
adaptiĝi alzich aanpassen aan, zich voegen naar
admiri gapezich vergapen aan
adoptiaannemen, adopteren, zich eigen maken
afektizich aanstellen, zich voordoen
afliktiĝibedroefd raken, zich bedroeven
akiri meritojn prizich verdienstelijk maken voor
akomodiĝizich aanpassen
alianciĝieen verbond aangaan, zich verbinden
aliĝilid worden, toetreden, zich aansluiten
aliĝi alzich aanmelden voor, zich voegen bij
alkonformiĝizich aanpassen
alkroĉiĝiblijven haken, zich vastgrijpen, zich vastklampen
alkroĉiĝi alaanklampen, zich vastklampen aan
alkutimiĝizich gewennen aan
alproprigi al siin de wacht slepen, zich toeigenen
alteniĝizich vastklemmen
altiri sur sinzich aanhalen
altrudizich opdringen
amasiĝikruien, samenrotten, samenscholen, te hoop lopen, zich ophopen
amuziĝizich amuseren, zich vermaken, zich vermeien
amuziĝizich amuseren, zich vermaken, zich vermeien
amuziĝi prizich vrolijk maken over
anonci sinzich aanmelden, zich melden
antaŭĝojizich verheugen
antaŭĝoji prizich verheugen op
apogeizich op het toppunt bevindend
apogi sin sursteunen op, zich beroepen op
aranĝi sinzich installeren
ariĝisamenkomen, samenrotten, samenscholen, zich groeperen
arogizich aanmatigen, zich verhovaardigen
arogi al sizich aanmatigen, zich verstouten
arogi al si la funkcion dezich opwerpen als
asimiliassimileren, in zich opnemen
asketumizich ontberingen getroosten
atenciaanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan
aŭdaciwagen, zich vermetelen
aŭdigi sinzich roeren, zich verstaanbaar maken
baniĝibaden, een bad nemen, zich baden
baraktispartelen, worstelen, zich aftobben
bonfartihet goed maken, zich goed voelen
bonvoli moŝtezich verwaardigen
boparencizich door een huwelijk verbinden
cerbumipiekeren, zich het hoofd breken
certigi sin prizich vergewissen van
certiĝi prizich verzekeren van
ĉagreni sinzich ergeren
k.t.p.enz.
latenigi, lasi, nefari
alportigilaten brengen, laten komen
alternigilaten afwisselen
aperigilaten verschijnen, opduikelen, te voorschijn halen
asonancilaten eindigen met een halfrijm
aŭdigilaten horen, ten beste geven, ten gehore brengen
balancibalanceren, doen schommelen, laten balanceren, wiegelen
cirkuligidoorgeven, in omloop brengen, laten rondgaan
desfilidekking laten zoeken
eksplodigilaten ontploffen, laten springen, opblazen
elirigiafzetten, laten uitstappen
embuskigiin een hinderlaag laten lopen
enkaptiin een val laten lopen
farigilaten maken
fiaskigidoen falen, laten mislukken, verijdelen
fieri prozich laten voorstaan op
flosigilaten drijven, per vlot vervoeren
forestiabsent zijn, afwezig zijn, ontbreken, verstek laten gaan
forkondukiafleiden, laten afvloeien, wegleiden, wegvoeren
forlasiin de steek laten, laten varen, verlaten
furzieen wind laten
geigilaten paren
gutigilaten druppelen
igidoen, laten, laten doen, maken
indulgiontzien, sparen, toegeeflijk zijn voor, zich laten vermurwen
infuziaftrekken, laten trekken, zetten
konjektigilaten doorschemeren
kraketigilaten knakken
kreskigidoen groeien, laten groeien
lanĉilanceren, ontketenen, uitschrijven, van stapel laten lopen
lasilaten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten
lasilaten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten
lasilaten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten
lasi diskuŝi senordelaten slingeren
lasi en embarasoin de steek laten
lasi enirilaten binnenkomen, toelaten
lasi nedeciditain het midden laten
lasi sin kaptierin trappen, zich laten vangen
lasi trankvilamet rust laten, ongemoeid laten
lasi trankvilamet rust laten, ongemoeid laten
malaperigidieven, laten verdwijnen, wegmaken
malhisilaten zakken, neerhalen, strijken
mallevilaten zakken, neerlaten, strijken, vellen
malseveriĝiverslappen, zich laten vermurwen
malsuprenigiaflaten, laten zakken, neerhalen
manifestilaten blijken, manifesteren
mankigiachterwege laten, weglaten
montrilaten zien, tentoonspreiden, tonen, uitwijzen, vertonen, wijzen
ne estingiaanlaten, laten branden
ne ĝenimet rust laten, niet hinderen, ongemoeid laten
ne menciiniet noemen, onvermeld laten
k.t.p.enz.
leidenĉefi, gvidi, konduki
LeidenLejdeno
ĉefiaan het hoofd staan, aan het hoofd staan van, leiden
fiaskifloppen, in het water vallen, schipbreuk leiden, stranden
finatingileiden tot, uitdraaien op, uitlopen op
gvidide weg wijzen, geleiden, leiden, rondleiden
kondukibesturen, brengen, geleiden, leiden, voeren
konduki alleiden tot, uitdraaien op
konduki al nenioop niets uitlopen, tot niets leiden
LejdenoLeiden
mistifikibedotten, beduvelen, beetnemen, om de tuin leiden
rezultatigi nenionop niets uitlopen, tot niets leiden
singvidizich laten leiden, zich orinteren
leiden totfinatingi, konduki al
om de tuin leidenmistifiki
schipbreuk leidenfiaski
tot niets leidenkonduki al nenio, rezultatigi nenion
zich laten leidensingvidi

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
> normala minimuma
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.