NL/EO vortaro

Vorto:
Serĉis por "aan wal gaan". La serĉado daŭris 0,016 sekundojn kaj produktis 113 rezultojn:
aan wal gaansurbordiĝi
aanal, apud, ĉe, sur
Aan de BergAan de Berg
abundo daeen overvloed aan, een weelde van
adaptiĝi alzich aanpassen aan, zich voegen naar
admiri gapezich vergapen aan
agacipijn doen aan de tanden
alaan, bij, naar, tegen, tot, voor
al ciaan je, aan jou, je, jou
al iliaan hun, aan ze, hun, ze
al kiuaan wie, wie
al laaan de, aan het, de, het, naar de, naar het
al li'm, aan 'm, aan hem, hem
al niaan ons, ons
al ŝi'r, aan d'r, aan haar, d'r, haar
al viaan je, aan u, je, jou, jullie, u
albordiĝiaan land gaan, landen
aldoni altoevoegen aan, voegen bij
alfundiĝiaan de grond raken, zinken
aliflankeaan de andere kant, anderzijds, daar staat tegenover
aliflanke deaan de andere kant van
alkroĉiĝi alaanklampen, zich vastklampen aan
alkutimiĝizich gewennen aan
alpaŝiaan komen lopen, aanpakken, beginnen met, toetreden
Alphen aan de RijnAlphen aan de Rijn
alŝultrigiaan de schouder brengen, aanleggen
altabliĝiaan tafel gaan, gaan aanzitten
alteriĝiaan land gaan, aanlanden, landen
ambaŭflankeaan weerskanten, aan weerszijden, bijderzijds
amuziĝadiaan de boemel zijn, boemelen
antipatiieen antipathie hebben tegen, een hekel hebben aan
apudaan, bij, dichtbij, naast, nabij
atenciaanranden, een aanslag plegen op, zich vergrijpen aan
atenti priaandacht schenken aan, rekening houden met
atribui valoron alwaarde hechten aan
bajonetiaan de bajonet rijgen
baziĝanteaan de hand van
Bergen aan ZeeBergen aan Zee
breĉetobeschadiging aan de rand van bord, mes en dergelijke, schaarde
brelokohangertje, hangertje aan een horlogeketting
Capelle aan de IJsselCapelle aan de IJssel
cisaan deze kant van, aan deze zijde van
ĉarmigibekoring verlenen, bekoring verlenen aan
ĉeaan, bij, ten huize van
ĉefiaan het hoofd staan, aan het hoofd staan van, leiden
ĉerpi elontlenen aan
ĉetabligiaan tafel gaan
ĉiuflankeaan alle kanten
de la komencovan meet af aan
de nunin het vervolg, van nu af aan
debarakti sin dezich ontworstelen aan
dediĉi alwijden aan
k.t.p.enz.
walbordo, kajo, remparo, ringo, taluso
bordoboord, kant, kust, oever, wal, walkant, waterkant
dekadenciaan lager wal raken, in verval zijn, zinken
kajoaanlegplaats, kaai, kade, perron, wal
remparobastion, bolwerk, omwalling, vestingwal, wal
ringobeugel, ring, wal
surbordiĝiaan wal gaan, aandrijven, aanspoelen
talusoglooiing, talud, wal
aan lager wal rakendekadenci
aan wal gaansurbordiĝi
gaanirado, iri, piediri, soni, veturi
agiageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan
albordiĝiaan land gaan, landen
alikuŝiĝigaan verliggen
aliriaanpakken, gaan naar, genaken, naderen
altabliĝiaan tafel gaan, gaan aanzitten
alteriĝiaan land gaan, aanlanden, landen
amblide telgang gaan
ankriverankeren, voor anker gaan
antaŭenirivoorwaarts gaan
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
ascendinaar boven gaan
bankrotibankroet gaan, failleren, failliet gaan, mislukken
bruegikabaal maken, te keer gaan
bruiaangaan, denderen, rommelen, rumoeren, te keer gaan
ĉetabligiaan tafel gaan
daŭrigidoorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten
descendiafdalen, naar beneden gaan
difektiĝikapot gaan, onklaar raken, stukgaan
disventiĝiverloren gaan
droniverdrinken, vergaan, verloren gaan
efektiviĝiin vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden
ekdormiin slaap vallen, inslapen, onder zeil gaan
ekferiiop vakantie gaan
ekforkuriaan de haal gaan
ekiriop weg gaan, opstappen, tijgen, weggaan
ekkuŝigaan liggen, zich neerleggen, zich uitstrekken
ekkuŝiĝigaan liggen, zich uitstrekken
ekplorigaan huilen, in tranen uitbarsten
eksidigaan zitten, plaatsnemen, zich zetten
ekstarigaan staan, opstaan
ekvelionder zeil gaan
ekvojaĝiafreizen, op reis gaan
ekvojiriop pad gaan
elŝipiĝivan boord gaan
emeritiĝiaftreden, met pensioen gaan
enakviĝite water gaan
endormiĝigaan slapen
enlitiĝigaan slapen, naar bed gaan, zich ter ruste begeven
enŝipiĝiaan boord gaan, scheep gaan
enviciĝiaantreden, in de rij gaan staan
esti akompanata degepaard gaan met
esti multe priparolataover de tong gaan
esti neriproĉeblavrijuit gaan
esti pensiatamet pensioen gaan
esti premata degebukt gaan onder
esti protokolataop de bon gaan
evitimijden, ontwijken, uit de weg gaan, vermijden
fari lokon aluit de weg gaan voor
fieri pribogen op, prat gaan op, zich beroemen op, zich verheffen op
fluktuifluctueren, op en neer gaan, schommelen
k.t.p.enz.

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
> normala minimuma
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.